Mondkapjesmode, hoestschaamte en raamvisite. Nederlanders gaan creatief om met hun taal en willen graag origineel zijn. Geen wonder dat ons coronawoordenboek steeds dikker wordt.
De Coronacrisis prikkelt ons taalgevoel. Talloze nieuwe termen zijn met Covid-19 ons taalgebruik ingeslopen. Denk aan de lockdowndiscipline die tot meer coronakilo’s leidt. Het is duidelijk: mijn virusvocabulaire groeit. De talige reactie op de crisis is een komen en gaan van woordspelingen. Of wat dacht je van een verzameling van poëzie op coronagedicht.nl?
Taalpurist zijnde bevalt mij deze taalkundige ontwikkeling. Net als de naar adem happende lange woorden. Al wordt het wel steeds lastiger om een potje te scrabbelen. De woorden afstandseconomie en groepsimmuniteit kunnen nog en er zijn veel punten te verdienen met quarantaine. Maar anderhalvemetersamenleving past echt niet op het bord. Een potje scrabbelen in de Coronatijd? Ik ga op zoek naar een ander bordspel, zodat straks heel Nederland de schoonheid van de coronataal kan leggen. Scrabbelen met 26 letterwoorden en een dubbele woordwaarde. Heerlijk.
Column Nena Vlas