Column Jan Dirk van der Zee - Je hebt het of je hebt het (nog) niet. Bij veel amateurvoetbalclubs wordt het spel langs die lijn georganiseerd, waarbij een klein deel van de spelers altijd op de beste velden mag spelen en door de beste trainers wordt gecoacht. Terwijl het andere deel genoegen moet nemen met een potje op de bijvelden en een trainer voor de groep krijgt, zoals ik. Een goedwillende vader die ziet dat er voor het team van zijn dochter eigenlijk geen trainer/coach beschikbaar is en besluit het zelf te doen.
Als je eenmaal op het veld staat, merk je hoe moeilijk het is om een leuke trainer te zijn. Iemand die aan de ene kant het enthousiasme voor het spel weet over te brengen en aan de andere kant een team smeedt waarin iedere speler zichzelf kan zijn. Dankzij mijn voetbal- en trainerservaring, red ik me behoorlijk op het eerste punt. Ik vertrouw daarnaast op Rinus - de online-assistent-trainer van de KNVB - waarmee ik achter mijn iPad zelf mijn trainingen samenstel. De uitdaging ligt voor mij vooral op het tweede punt. Hoe ga je bijvoorbeeld om met ouders die tijdens de wedstrijd van alles roepen en hoe buig je dat op een positieve manier om?
Antwoorden op deze vraag kreeg ik tijdens de lunch in de KNVB-kantine. Een collega vertelde hoe zijn zoon het had aangepakt bij de Rotterdamse club waar hij jeugdtrainer is. Vlak voor de seizoenstart was hij met de ouders en het team voor een gezellige avond naar een pannenkoekenrestaurant gegaan. Daar heeft hij uitleg gegeven over de spelregels, trainingstijden, rijschema, hoe positieve coaching werkt en op welke manier vaders en moeders hun bijdrage het beste kunnen leveren: vooral veel enthousiasme en veel juichen.
Deze praktische inzichten hebben we inmiddels samengevat op het kennisplatform KNVB Assist en in een handzaam boekje. Hierdoor kan iedere trainer/coach, of begeleider, gratis tips en inzichten vergaren. Trainers/coaches die te maken krijgen met de nieuwe wedstrijdvormen, kunnen gebruik maken van een apart naslagwerk. Beide informatiebronnen vormen de voorbode op een nieuwe wind die we laten waaien in al onze trainersopleidingen. De komende jaren gaan die behoorlijk op de schop. Zo zal er veel meer aandacht komen voor de organisatorische en pedagogische kanten van het vak. Ook willen we met extra investeringen onze opleidingen interessanter en makkelijker maken voor zoveel mogelijk ouders. Denk aan uitbreidingen voor Rinus en andere ondersteuningsmogelijkheden voor iedereen die een steentje wil bijdragen aan de ontwikkeling van de kinderen in het voetbal.
Als trainer voel ik mij nu nog regelmatig alleen staan, omdat het simpelweg ontbreekt aan aandacht, kennis, steun en feedback. Dat begint bij het beleid van de club.
Ieder team verdient immers een goede trainer.
Jan Dirk van der Zee