Column Jan Dirk van der Zee - “Cruijff kreeg als eerste Nederlands international een rode kaart voor praten tegen de scheidsrechter en in 1908 is voor het eerst melding gemaakt van een meute supporters die de wedstrijdleiding achtervolgde,” vertelt Sebastiaan Kleijburg, coördinator arbitrage en competitie amateurvoetbal.
Het is vlak voor het weekend, we staan stil bij de vele reacties op de column van vorige week. Uit een paar rijst de vraag op, of de ontwikkelingen die we nu op het veld zien - vechtpartijen, schwalbes, gezeur en geweld tegen de scheidsrechter - iets van de laatste tijd is. Volgens Paul Welten, zaalvoetbalscheidsrechter, zien we nog maar een topje van de ijsberg. “Veel incidenten, met name in het jeugdvoetbal, worden door clubs onder het tapijt geveegd. Ik bespeur bovendien veel vervelende coaches die kinderen van 11 en 12 jaar trainen om bij iedere beslissing van de scheidsrechter een grote mond op te zetten.”
Bart Sibon vindt het “te triest voor woorden, dat we in onze maatschappij zover moeten gaan.” Daarom stelt hij een pakket aan maatregelen voor: “Alle nacompetitiewedstrijden op neutraal terrein, een verbod op alcohol tijdens het spel, onaangekondigde controles van politie, hogere straffen voor spelers die zich misdragen, een borgstelling van 2.500 euro voor iedere vereniging en finales mogen alleen nog maar worden geleid door een zeer ervaren arbitrageteam.”
Verenigingsscheidsrechter René van der Linden, is bang dat we nog een lange weg te gaan hebben. “Willen we de excessen oplossen, dan kan dit alleen met een voetbal brede aanpak, waarin clubscheidsrechters door de vereniging worden gesteund. Daarnaast zullen profvoetballers, de helden op het veld, het goede voorbeeld moeten geven.” Jan van Galen zou het liefst zien, dat alle sportparken en -accommodaties cameratoezicht krijgen en er een verschil wordt gemaakt tussen wat onder de openbare orde valt, of het KNVB Tuchtrecht. Terwijl Lammert Mink, vrijwilliger van DIO Oosterwolde een deel van de oplossing vindt in zijn aanpak. “Na de wedstrijd ga ik met goedvinden van de scheidsrechter altijd mee naar de kleedkamer om over de wedstrijd te praten. 98 van de 100 scheidsrechters vinden dat prettig.”
Onafhankelijk van elkaar pleiten Jacco van Dijken, wedstrijdsecretaris senioren SDOO, en Rob Zwinkels, voor de afschaffing van buitenspel. Eerstgenoemde ziet het als een ideale maatregel binnen de B-categorie van het voetbal (“levert veel minder discussie en irritatie op”) en laatstgenoemde verwacht er veel van voor de totale sport (“daarmee wordt het grootste probleem met partijdige scheidsrechters opgelost”). Zwinkels vindt bovendien dat elk duel waarbij een speler in gevaar wordt gebracht, dient te worden afgefloten. “Zoals dit ook in de boeken staat, het is tijd om de spelregels toe te gaan passen.”
Die regels zijn voor Ruud Geerdinck, speler bij WVHEDW, juist het probleem en wijst terloops op een ander fenomeen: “Regels in het voetbal zijn ruimer te interpreteren dan bijvoorbeeld in het hockey. Bovendien werkt het met scheidsrechters net zoals met leraren op de middelbare school; voor de een had je respect en bij de ander werd het een zooitje.”
Niet nodig vindt Jacques van der Steur. Een voetballer hoort gewoon te luisteren en altijd te zwijgen tegen de scheids: “Protesteren? Direct tien minuten tijdstraf en bij herhaling rood, vanaf de jongste jeugd.”
Wordt vervolgd.
Jan Dirk van der Zee