NL Magazine Gezondheid - Beverwijk, 5 oktober 2016 – Zorgverzekeraars en overheid weigeren de veelbelovende vettransplantatie behandelmethode - die pijnlijke littekens na brandwonden herstelt en patiënten bewegingsvrijheid teruggeeft - te vergoeden. Terwijl uit onderzoek blijkt dat met vettransplantatie het beschadigde onderhuids vetweefsel hersteld kan worden. Het lijkt wel alsof vettransplantatie door de overheid en zorgverzekeraars wordt weggewuifd als een cosmetische ingreep. ‘’Onbegrijpelijk’’, volgens Rob Baardse - directeur van de Nederlandse Brandwonden Stichting: ‘’Men is nu al twee jaar bezig om te beslissen of vettransplantatie in de basisverzekering thuishoort. Dit betekent dat patiënten met littekens nu met onnodige pijn en een bewegingsbeperking moeten leven óf behandeld worden zonder vergoeding van verzekeraars. Het wetenschappelijk bewijs dat wij vandaag presenteren is duidelijk: Vettransplantatie (lipofilling) hoort voor brandwondenpatiënten in de basisverzekering thuis.’’
Bij ernstige brandwonden is vaak niet alleen de huid, maar ook het laagje vet net onder de huid beschadigd. Een belangrijk nadelig gevolg hiervan is dat het resulterende litteken op de onderliggende spieren en het bot gaat kleven. Hierdoor voelt het litteken strak aan, kan het erg pijnlijk zijn en bewegen lastig maken. Er zijn dan ook veel mensen met brandwonden die last hebben van trekkende en pijnlijke littekens. Voor hen betekent een behandeling met vettransplantatie een uitkomst. Artsen van Brandwondenzorg Nederland zijn een onderzoek gestart om deze behandeling in de praktijk te toetsen en de discussie met zorgverzekeraars en overheid vanuit wetenschappelijk onderzoek te onderbouwen.
Vetlaag beschermt de huid
Arts-onderzoeker Mariëlle Jaspers deed recent onderzoek naar het effect van vettransplantatie bij brandwondenlittekens: ‘’De vetlaag is onmisbaar als natuurlijke glijlaag tussen een litteken en de onderliggende structuren zoals spieren. Daarnaast is het vet eigenlijk een soort kussentje die je huid beschermt tegen invloeden van buitenaf.” Het is dus ontzettend belangrijk dat we deze vetlaag weer kunnen herstellen na een brandwondenongeval. Bij vettransplantatie wordt eigen vetweefsel, vaak uit de buik of bovenbenen, verwijderd en vervolgens in een andere plek op het lichaam, waar de brandwondenlittekens zich bevinden, teruggeplaatst. Onderzoeksresultaten laten zien dat vettransplantatie een langdurig positief effect heeft op de kwaliteit van het litteken van brandwondenpatiënten. ‘’
Mevrouw Kruijer-Paas kan haar handen weer gebruiken dankzij de vettransplantatie
Hoe groots het effect is van de vettransplantatiebehandeling zien we bij Mevrouw Kruijer-Paas. Zij liep zes jaar geleden ernstige brandwonden op aan beide handen. Om de brandwonden te genezen onderging zij een huidtransplantatie. Helaas gingen haar littekens na een tijdje zo strak staan dat zij haar handen niet meer kon openen en geen knijpkracht meer had. Ze kon weinig meer oppakken en had zelfs het gevoel dat ze zichzelf niet eens meer goed kon opvangen bij een eventuele val. Zij is in het brandwondencentrum behandeld met vettransplantatie. Een half jaar na de operatie kan Mevrouw haar handen weer openen en is haar knijpkracht weer op normaal niveau. Inmiddels heeft zij haar lievelingshobby weer opgepakt: borduren.
Doorbraak in brandwondenonderzoek wint Martinus van Marumprijs
De resultaten uit het onderzoek van Jaspers betekenen een duidelijke doorbraak in de discussie of vettransplantatie bijdraagt aan de kwaliteit van leven van patiënten met brandwonden. ‘’Bij 40 patiënten die deze behandeling hebben ondergaan hebben we zowel drie maanden als twaalf maanden na de operatie het effect geanalyseerd. De resultaten laten zien dat één vettransplantatiebehandeling een enorm positief effect heeft op de kwaliteit en elasticiteit van het litteken van de patiënt’’, aldus Jaspers.
Jaspers ontvangt vanavond de Martinus van Marum prijs van de KNMG voor haar onderzoek naar de toepassing van vettransplantatie bij brandwondlittekens.
De Nederlandse Brandwonden Stichting zal zich actief inzetten om deze behandeling mogelijk te maken voor patiënten met ernstige brandwonden.
