Gebruikerswaardering: 5 / 5
NLMagazine/Lifestyle & Gezondheid, medicijnen, vergoedingen dure medicijnen vs goedkopere, prijsmisleidingen - Zorgverzekeraars maken zich zorgen na een recente uitspraak van de rechter over de vergoeding van dure medicijnen. De rechter in Arnhem bepaalde dat verzekeraars niet langer alleen het goedkoopste medicijn tegen borstkanker volledig mogen vergoeden, terwijl dat niet het geval is bij twee duurdere alternatieven.
Gevolgen kostenbeheersing
Brancheorganisatie Zorgverzekeraars Nederland (ZN) vindt dat door deze uitspraak hun rol in het betaalbaar houden van medicijnen wordt ondermijnd. Volgens ZN kunnen zorgverzekeraars de stijgende kosten van dure medicijnen beter in de hand houden door prijsafspraken te maken met farmaceutische bedrijven. Nu de rechter hun beleid afkeurt, vreest men dat dit kan leiden tot opnieuw hogere zorgpremies. ZN overweegt in beroep te gaan tegen de uitspraak.
Kwaliteit en effectiviteit
De uitspraak heeft betrekking op een zaak met betrekking tot CDK 4/6-remmers (medicijnen die de levensduur van vrouwen met uitgezaaide borstkanker verlengen en blijken meer resultaat te hebben dan alleen hormoontherapie. Het toevoegen van CDK4/6 remmers zorgt ervoor dat de groei en deling van de kankercel stopt en heeft vaak minder bijwerkingen dan chemotherapie).
Er zijn drie farmaceutische bedrijven die deze middelen produceren. Zorgverzekeraars stellen dat de medicijnen vrijwel dezelfde kwaliteit en werking hebben waardoor de prijs de doorslaggevende factor zou moeten zijn. Op basis daarvan koos men voor een middel van Pfizer, dat het goedkoopst is.
Farmaceut Novartis was het daar niet mee eens en stapte naar de rechter. De rechter gaf Novartis gelijk en stelde dat op basis van recent wetenschappelijk onderzoek niet met zekerheid kan worden gezegd dat alle drie de medicijnen even effectief zijn en onderling uitwisselbaar.
Slechte onderbouwing verschillende inzichten
Eerder, tussen 2017 en 2019, beoordeelde Zorginstituut Nederland (dat de overheid adviseert over vergoedingen) de drie medicijnen nog als gelijkwaardig. Latere studies trekken die conclusie in twijfel en doen voorkomen dat de twee duurdere middelen mogelijk effectiever zijn. Over de betrouwbaarheid van deze onderzoeken verschillen de meningen.
De rechter oordeelde verder dat de verzekeraars hun keuze voor het voorkeursmedicijn niet zorgvuldig hebben onderbouwd. Er zou geen eerlijke en objectieve prijsvergelijking zijn gemaakt.
Met deze uitspraak lijkt de invloed van zorgverzekeraars op de prijs van dure medicijnen te worden beperkt, met wellicht mogelijk grote gevolgen voor de zorgkosten in Nederland.
Bron: Zorgverzekeraars Nederland, Oncologie UMC
