Foto: Voor Waarheid versus het CBG (Videostill YouTube/Pinch of Soot) - Door Robin de Boer - NLMagazine, Maatschappij, Lifestyle & Gezondheid, beoordeling geneesmiddelen, VIDEO – Op 24 oktober vond de zitting plaats in de bodemzaak van stichting Voor Waarheid tegen het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG), waarin de stichting had verzocht om de handelsvergunningen van de coronaprikken van Pfizer en Moderna te schorsen.
De rechtbank deed op verzoek van de stichting vervroegd uitspraak.
Helaas is de rechtbank in haar uitspraak meegegaan in de bewering van het CBG dat zij niet bevoegd is Europese handelsvergunningen in urgente gevallen op het Nederlandse grondgebied te schorsen, schrijft Voor Waarheid-jurist Jacob van der Veer.
Bekijk de zitting terug via het kanaal van journalist Djamila le Pair:
Hoger beroep
De rechtbank gaat daarbij mee in het door de CBG gemaakte kunstmatige onderscheid tussen schorsing van de handelsvergunningen en schorsing van het gebruik van geneesmiddelen, waarvoor het stelde dat niet het CBG, maar de gezondheidsinspectie (IGJ) bevoegd is.
In de Nederlandse wet komt dat onderscheid niet op die wijze terug, terwijl de Europese richtlijn spreekt over het schorsen van de handelsvergunning en het verbieden van het gebruik op het nationale grondgebied, merkt Van der Veer op.
De rechtbank verwijst niet alleen naar een verouderde versie van de richtlijn, maar negeert ook de in de Europese regelgeving neergelegde systematiek en leest de bevoegdheden in de Nederlandse wetgeving op onjuiste wijze, stelt de jurist.
De stichting kan zich niet in deze uitspraak vinden en gaat deze week onmiddellijk in hoger beroep.
Acuut gevaar voor de gezondheid
Voor Waarheid wees de rechter erop dat alarmerende signalen nota bene in de eigen rapporten van het CBG terug te lezen zijn en dat de inspectie ondergeschikt is aan het CBG.
Nu de rechtbank heeft geoordeeld dat de inspectie bevoegd is om het gebruik van de prikken op Nederlandse bodem te schorsen, heeft de stichting na ontvangst van de uitspraak de IGJ onmiddellijk verzocht om het gebruik van deze prikken per direct te schorsen/verbieden wegens acuut gevaar voor de gezondheid.
Als de inspectie niet snel de benodigde actie onderneemt, zal de stichting tegen de IGJ ook juridische stappen zetten. De IGJ valt onder minister van Volksgezondheid Fleur Agema (PVV).