NLMagazine, Onderwijs & Wetenschappen - Na de zomervakantie start de pilot Onderwijstijd. De komende twee schooljaren onderzoeken ruim 140 scholen in het voortgezet onderwijs wat het betekent om minder lesuren aan te bieden door de onderwijstijd anders in te richten.
Leraren kunnen zo meer uren besteden aan lesvoorbereiding en/of ontwikkeltijd. De uitkomsten van de pilot komen breed beschikbaar, zodat ook andere scholen deze kunnen benutten. U kunt hier al meer lezen over de doelstellingen en opzet van de Onderwijstijd pilot.
In september 2024 start de eerste groep van ruim 40 vo-scholen met een eigen aanpak om onderwijstijd efficiënter in te zetten. Met veel enthousiasme hebben ze inventieve plannen gemaakt. Nog eens zo’n 100 scholen beginnen in september 2025 en gebruiken het komend schooljaar om zich voor te bereiden en te leren van scholen die dan al zijn begonnen.
Scholen konden zich begin 2024 aanmelden voor de pilot. Een belangrijk criterium voor deelname is draagvlak in de organisatie. Scholen die het financieel zwaar hebben of die een negatief advies hebben gekregen van de inspectie, is afgeraden om deel te nemen. De geselecteerde scholen zijn verspreid over het hele land en vertegenwoordigen allerlei schoolsoorten en onderwijsconcepten.
Elke school kijkt naar wat het beste werkt binnen de eigen context. De tijd die vrijkomt zullen leraren inzetten voor lesvoorbereiding en om kwalitatief goede lessen te ontwikkelen.
Tijd en ruimte voor leraren
Het aantal lesuren in het voortgezet onderwijs is relatief hoog in Nederland, zo'n 14 procent boven het Europese gemiddelde. Maar meer lesuren zorgen er niet per se voor dat leerlingen beter presteren
Door het lerarentekort neemt de druk op leraren en scholen steeds verder toe. Het zorgt er mede voor dat leraren te vroeg het onderwijs verlaten, waardoor het lerarentekort nog groter wordt. De kwaliteit van het onderwijs en het werkplezier van leraren lijden hieronder.
Tegen die achtergrond – in het kader van het ‘Werkplan bij het Onderwijsakkoord’ – hebben sociale partners in het voortgezet onderwijs samen met het ministerie van OCW het initiatief genomen voor de 2 jaar durende ‘Pilot Onderwijstijd’. De pilot moet uitwijzen of een betere balans tussen het aantal lesuren en tijd voor voorbereiding en ontwikkeling daadwerkelijk leidt tot een betere kwaliteit van lessen, minder werkdruk voor leraren en een verbetering van de aantrekkelijkheid van het beroep.
Samen onderzoeken en leren
De plannen die de deelnemende scholen hebben ingediend, laten zien dat er vanuit de praktijk positief en inventief wordt gereageerd op de mogelijkheid om onderwijstijd anders in te richten.
Scholen zien bijvoorbeeld mogelijkheden om ruimte te maken in het curriculum, meer vanuit (vakoverstijgende) leerdoelen te werken in plaats vanuit methodes, of meer samen te werken met andere professionals of organisaties uit de omgeving. Ook zien zij kansen om vakoverstijgende lessen aan te bieden en lesuren flexibeler in te richten door meer maatwerk te bieden.
Iedere school vormt een projectgroep met leraren, onderwijsondersteuners en schoolleiders. Deze teams werken aan de plannen en zullen doorlopend evalueren en verbeteringen doorvoeren. Zij zorgen er ook voor dat leerlingen en ouders goed worden betrokken.
Om ook van elkaar te leren, vormen deelnemende scholen samen een leernetwerk. Daarin wisselen de projectgroepen ervaringen, lessen en inzichten uit. Tijdens de pilot worden relevante kennis en expertise beschikbaar gesteld, bijvoorbeeld over het curriculum, wettelijke kaders, roostertechnische modellen en veranderkunde.
Wat werkt, en onder welke omstandigheden, zal uit de pilot blijken. Een onafhankelijk onderzoeksbureau zal de effecten van de verschillende aanpakken monitoren.
Meer weten?
Op de website van Voion kunt u meer lezen over de pilot en vindt u diverse vragen en antwoorden over onderwijstijd. Neem bij vragen vooral contact op via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken..
De pilot Onderwijstijd VO is een initiatief van het ministerie van OCW, de onderwijsbonden en de VO-raad.