24
Sun, Nov

Politiek & Maatschappij
Typography

NLMagazine/Den Haag, Politiek & Maatschappij - Afgelopen dagen behandelde de Tweede Kamer de onderwijsbegroting. Voor het eerst in de nieuwe samenstelling en met maar liefst acht debuterende Kamerleden.

Wie het debat volgde kreeg een interessant doorkijkje naar wat het onderwijs de komende periode te wachten staat. Twee onderwerpen voerden de boventoon: de zorgen rond de dalende prestaties van leerlingen en het stijgende tekort aan bevoegde leraren.

Tijdens het debat was veel aandacht voor de aanpak van het lerarentekort, de dalende onderwijskwaliteit en de vraag of de huidige aanpak van het kabinet volstaat. Anita Pijpelink (GroenLinks-PvdA) diende een motie in waarin zij het kabinet verzoekt om een plan te maken voor de komende vijftien jaar: "een plan zoals de regering na de ramp van 1953 is gekomen met het Deltaplan.”

Ontraden motie
De motie werd door demissionair minister Mariëlle Paul (Primair en Voortgezet Onderwijs) ontraden, ondanks de oproep vanuit de sociale partners in het primair en voortgezet onderwijs om samen met het onderwijsveld tot een verbreding en intensivering van de aanpak te komen. Zij verwees hierbij naar het Onderwijsakkoord uit 2022 en de daaraan gekoppelde werkagenda: “Ik onderschrijf dat de inzet op lange termijn moet zijn, maar dat doen we ook. De motie is wat mij betreft dus overbodig.”

Aant Jelle Soepboer (NSC) nam het woord deltaplan niet in de mond, maar sprak over “een langdurig herstelplan kwaliteit onderwijs, verdeeld in meerjarenplannen met structurele financiering”. De oproep uit het veld voor structurele financiering vond weerklank bij meer partijen. Volgens Claudia van Zanten (BBB) is er “structureel meer geld nodig én een stop op de zogenaamde subsidieconfetti”. Doğukan Ergin (DENK) gebruikte de term subsidiespaghetti.

Geen middelen voor stagevergoeding in het onderwijs
Jan Paternotte (D66) vroeg aandacht voor de oproep van de sociale partners om een sectorale stagevergoeding mogelijk te maken. Minister Paul herhaalde dat het aan de sociale partners is om hier afspraken over te maken in de cao, maakt geen extra geld vrij en legt de bal bij de sociale partners. “Dit hoort simpelweg bij goed werkgeverschap, zeker in tijden van tekorten. Dus regel het met elkaar.” Een motie van D66 roept de minister toch op om met de sociale partners in gesprek te gaan over het regelen van een sectorale stagevergoedingsregeling.

Middelen voor bevorderen van kansengelijkheid onzeker
Tijdens het debat bleek daarnaast dat de partijen die momenteel met elkaar formeren anders over het bevorderen van kansengelijkheid denken dan de huidige coalitiepartijen. Patrick van der Hoeff (PVV) is van mening dat het bevorderen van kansengelijkheid “nul zin heeft als het onderwijs de basis niet op orde heeft.”

Claudia van Zanten (BBB) vindt “1 miljard euro voor kansengelijkheid aan de forse kant”, en stelt voor om een deel van dit miljard te steken in de kwaliteit van het onderwijs. Aant Jelle Soepboer (NSC) stelt dat de basisvaardigheden en het lerarentekort binnen het overheidsbeleid prioriteit moeten krijgen boven kansengelijkheid en sociale veiligheid. Volgens Soepboer is goed onderwijs voorwaardelijk voor gelijke kansen.

Onderwijshuisvesting niet een van de speerpunten
In zijn betoog sprak Doğukan Ergin (DENK) zijn zorgen uit over de erbarmelijke staat van veel schoolgebouwen: “We laten onze kinderen in heel veel gebouwen over aan schimmel en een rioollucht.” Hij wijst op het grote gat tussen ruim 10 miljoen euro van het kabinet voor de programmatische aanpak van verouderde schoolgebouwen en de 1,2 miljard euro die nodig is om de kwaliteit van schoolgebouwen in Nederland op orde te krijgen. De minister erkent dat de middelen ontoereikend zijn. “Het eerlijke antwoord is dat het op dit moment geen speerpunt is.”

Aankomende dinsdag stemt de nieuw verkozen Tweede Kamer over alle ingediende moties. Hiermee probeert de Kamer de koers van het demissionaire kabinet bij te sturen.

Bron: Pabo-web

Quote

NOS politiek

e-Matching