Deel 1: Nederland en Europa - Hoe zit dat eigenlijk?
Een drieluik waarin French Paulitz aandacht besteed aan de organisatie van Europese instellingen (deel 1), de financiële consequenties ervan voor Nederland (deel 2) en de positie die Nederland inneemt ten opzichte van Europa (laatste deel).
NL Magazine Maatschappij & Politiek Deel 2 – Voor veel Nederlanders is Europa de ‘ver van hun bed show’ en dat is niet zo verwonderlijk want het is een nogal complex gedrocht. Wat opviel tijdens de voorbije verkiezingscampagnes was dat het onderwerp Europa niet of nauwelijks als belangrijk thema in de debatten werd meegenomen. Best wel gek als je je realiseert dat we ons economisch en vooral financieel steeds vaker dienen te houden aan allerlei Europese afspraken. Zo zijn er ook afspraken met betrekking tot de (verplichte) opvang van vluchtelingen en controleert het Europees Hof van Justitie of Nederland zich wel aan alle gemaakte afspraken houdt.
Vandaar dat in Nederlandse regeerakkoorden, ook die van het kabinet Rutte 3 in 2017, een aparte paragraaf wordt opgenomen over Europa. Daarin worden diverse standpunten van de regering verwoord ten aanzien van bijvoorbeeld asielbeleid en immigratie en er staat een uitgebreide financiële paragraaf in. Saillant detail in het regeerakkoord van Rutte 3* is, dat de Nederlandse regering tégen de opbouw van gemeenschappelijke Europese schulden (lees: Eurobonds) is en geen voorstander van een stabiliteitsmechanisme (lees: financieel noodfonds). Toch gingen Rutte c.s. in december 2019 gewoon akkoord met de introductie van beide.
Tijd om ‘s te kijken naar ‘onze’ Euro
De Europese samenwerking startte voorzichtig na de 2e wereldoorlog en leidde tot steeds nauwere samenwerking en uitbreiding van de unie en tenslotte tot de introductie van de Euro in 2002 ( https://europa.eu/euroat20/nl/de-geschiedenis-van-de-euro/ ). Nederland heeft in deze periode steeds een actieve bijdrage geleverd aan de totstandkoming van de Europese Unie en was ook groot voorstander van de introductie van de Euro. Inmiddels is het enthousiasme bij sommige (noordelijke) landen wel afgenomen sinds duidelijk is dat bepaalde (zuidelijke) landen er andere begrotingsregels op na blijken te houden.
Nog geen 8 jaar na de introductie van de Euro stond het voortbestaan van de munt al op het spel omdat diverse landen er jarenlang niet in waren geslaagd hun begrotingen op orde te krijgen. Landen als Griekenland, Spanje en Italië stapelden lening op lening totdat in 2009 de situatie onhoudbaar bleek en diverse landen ‘kopje onder’ dreigden te gaan.
Maar het Europroject moest koste wat het kost worden gered. Die redding kwam vooral tot stand dankzij belastinggeld en garantstellingen van (rijke) overheden en de aankoop van waardepapieren zoals obligaties door de Europese Centrale Bank ter waarde van honderden miljarden Euro's. Dit opkoopprogramma, ook wel kwantitatieve verruiming genoemd, is sindsdien opgelopen tot meer dan 2.500 miljard Euro. Het behoeft geen verdere uitleg wat de consequenties van de COVID-19 pandemie zijn voor de begrotingen van Europese landen.
NB: Dit opkoopprogramma van de ECB loopt nog steeds door.
Zie onderstaande link voor een omschrijving van kwantitatieve verruiming door de ECB.
https://www.ecb.europa.eu/explainers/show-me/html/app_infographic.nl.html
Wat betekent dit voor Nederland?
Deze financiële steunoperatie had ook voor Nederland verregaande gevolgen. Griekenland vroeg in april 2010 daadwerkelijk financiële steun aan ter waarde van 110 miljard euro en daarvan kwam 80 miljard voor rekening van de eurolanden (Nederland droeg in totaal 13 miljard euro bij). Grote vraag is dan of de Grieken deze schuld ooit gaan terugbetalen! Met een snel vergrijzende bevolking en een Bruto Nationaal Product van 195 miljard Euro is de kans dat de Grieken hun staatsschuld zelfs maar gedeeltelijk kunnen terugbetalen, bijzonder klein.
Sindsdien hoorden we in Den-Haag regelmatig de kreet: “Geen cent meer naar de Grieken”. En vorige zomer kwamen uit Zuid-Europa verwijten aan het adres van Wopke Hoekstra (lees: Nederland) over onze vrekkige houding want Nederland zou niet mee willen doen aan de invoering van Eurobonds die een COVID-19 noodfonds mogelijk moesten maken.
Da’s vreemd want Rutte en Hoekstra waren namens Nederland in december 2019 al akkoord gegaan met de invoering van Eurobonds terwijl in het regeerakkoord van het kabinet Rutte 3 is vastgelegd dat Nederland tégen de invoering van Eurobonds is. Snapt u het nog? Des te opmerkelijker is het, dat in de miljoenennota voor 2021 een bedrag van 4 miljard Euro wordt vermeld als reservering ten behoeve van het Europese Single Resolution Fund, maar daarover later meer.
Boven op deze eenmalige reservering is de jaarlijkse bijdrage aan Brussel namens Nederland al jaren zo’n 6 miljard Euro...
Brussel en de Euro
Omdat Brussel zelf geen belastinginkomsten heeft, betaalt iedere lidstaat dus een jaarlijkse bijdrage aan Brussel (in 2021 is dat opgeteld 165 miljard Euro). Vanwege de COVID-19 pandemie is tevens afgesproken dat naast deze reguliere bestedingen, een COVID-19 herstelfonds beschikbaar komt ter waarde van 750 miljard Euro.
Dit herstelfonds zal worden gefinancierd door de Europese Commissie. Daartoe mag de commissie zelf geld ophalen op de kapitaalmarkten door het uitgeven van Eurobonds waarbij de Europese begroting, die dus is gefinancierd door de lidstaten, als onderpand wordt ingezet. En op termijn zal dat geleende geld door de commissie worden terugbetaald uit nieuwe inkomstenbronnen. Welke inkomstenbronnen zijn dat dan?
Nieuwe belastingen naar Brussel
Allereerst vormt het feit dat de commissie zelf geld mag gaan ophalen, een breuk met eerder gemaakte afspraken; Nederland is immers tégen Eurobonds). Wel is dit een eerste stap op weg naar de al langer bestaande Brusselse ambitie tot de oprichting van een ‘Europese Banken Unie’. Zo’n bankenunie geeft Brussel namelijk de mogelijkheid om zelf rechtstreeks belastingen te gaan heffen, dus ook in Nederland. Dat betekent dat Brussel bijvoorbeeld zou kunnen beslissen de BTW in Nederland te verhogen of andere vormen van belastingen te gaan heffen om daarmee vervolgens de leningen af te betalen die zijn verstrekt aan landen die het niet zo nauw nemen met hun nationale begrotingsdiscipline.
NB: Nederland heeft GEEN zeggenschap over dit fonds.
Overigens wordt al sinds 2012 gewerkt aan de opbouw van het ‘Europees Stabiliteits Mechanisme’ dat leningen verstrekt aan landen die financiële problemen hebben. Dit fonds beschikt over meer dan 700 miljard Euro; Nederland draagt daar ruim 40 miljard Euro aan bij, goedgekeurd door eerdere kabinetten Rutte. Onze deelname verliep stapsgewijs en bleef daardoor lang onder de rader.
Is er dan nog meer waar Nederland garant voor staat?
Na de bankencrisis (2009) werd in 2015 het ‘Single Resolution Fund’ opgericht dat beschikbaar is om banken in Europa, die in de problemen komen, te redden. Het fonds wordt sinds haar oprichting jaarlijks aangevuld en moet in 2024 over ruim 50 miljard Euro beschikken. Ook hieraan doet Nederland mee d.m.v. een reservering van 4 miljard Euro in 2021 (miljoenennota van 2021/rijks garantieregelingen). De vraag is of 50 miljard Euro voldoende is wanneer banken op omvallen staan!
COVID-19 en het herstelfonds
We hebben dus kunnen vaststellen dat Nederland al sinds 2012 bijdraagt aan het Europees Stabiliteitsmechanisme en in 2019 akkoord is gegaan met de introductie van Eurobonds, in tegenstelling tot wat ons is verteld door diverse kabinetten Rutte.
Inmiddels wordt de COVID-19 pandemie als argument gebruikt om op grote schaal geld te verstrekken aan landen die daarvoor al stevige problemen hadden. Je zou dan veronderstellen dat er veel geld naar de zorg, bestrijding van werkeloosheid en het voorkomen van armoede gaat maar het wrange is dat er vooral veel geld gaat naar vergroening, verduurzaming en digitalisering.
Voorbeeld: Italië ontvangt 208,6 miljard Euro ter bestrijding van de COVID-19 pandemie in dat land. Daarvan is 65,5 miljard Euro een gift (??), 127,8 miljard Euro bestaat uit leningen en een afdracht uit een ander EU-fonds (React-EU) ter waarde van 13,5 miljard. Het meeste geld hiervan verdwijnt richting vergroening, waarbij verduurzaming van gebouwen de grootste post is. Slechts een schamele 9 miljard gaat naar welzijn en zorg.
Kortom, je krijgt ook hier weer sterk de indruk dat de COVID-19 pandemie wordt gebruikt om een geheel andere agenda door te drukken, namelijk die van ‘The Green Deal’.
Ik blijf me verwonderen over het gemak waarmee overheden er telkens weer in slagen, burgers op een dwaalspoor te zetten. Wie gaat deze snel oplopende rekening betalen???
French Paulitz