Door Kris Roufs, Advocaat bij Kerckhoffs Advocaten - Kris Roufs - NLMagazine, Wonen, huren, economie & duurzaamheid - Een recente trend ontwikkelt zich binnen de rechtspraak van enkele rechtbanken. Bepaalde huurverhogingsbedingen (de zogenaamde indexeringsclausules) worden door rechters als oneerlijk bestempeld.
Dit heeft enorme gevolgen voor verhuurders. Niet alleen wordt het hierdoor soms onmogelijk om toekomstige huurverhogingen uit te voeren. Ook de eerdere indexeringen uit het verleden moeten worden terugbetaald. Als het gaat om een oude huurovereenkomst van bijvoorbeeld 10 jaar oud, kan het voorkomen dat de verhuurder duizenden euro’s aan huur moet terugbetalen. Dit is echter te voorkomen door het juiste beding op te nemen.
Het bovenstaande probleem doet zich voor bij de huurindexeringen van woonruimtes in het liberale segment (dus niet sociale huurwoningen). In veel huurovereenkomsten is het gebruikelijk om de huurverhoging te koppelen aan de consumentenprijsindex (de inflatie). Dat is op zichzelf prima; daar ligt het probleem niet.
Het komt echter vaak voor dat verhuurders in de huurovereenkomst een vast opslagpercentage opnemen. Bovenop het percentage van de inflatie wordt dan nog een opslag berekend van bijvoorbeeld 3 procent. Als de inflatie 1,5 procent is, kan de huur in dergelijke gevallen worden verhoogd met 4,5 procent. Dit soort bedingen zijn door diverse rechtbanken als oneerlijk bestempeld.
Als een beding oneerlijk is (in juridische zin), heeft dat grote gevolgen. Het beding wordt geacht nooit te hebben bestaan. Met andere woorden: de huurverhogingen uit het verleden hebben ook nooit bestaan. Alle teveel betaalde huren moeten in dergelijke gevallen worden terugbetaald aan de huurder. Verder kan de verhuurder geen beroep meer doen op de normale wetgeving. Strikt genomen betekent dit dat de huur nimmer kan worden verhoogd/geïndexeerd.
Kortom, het is op dit moment risicovol om in woonhuurovereenkomsten een indexering op te nemen die hoger is dan de inflatie zoals berekend conform de CPI.
Er is echter een mogelijkheid dat deze trend wordt teruggedraaid. De Rechtbank Amsterdam heeft namelijk in het begin van 2024 vragen gesteld aan de Hoge Raad (ons hoogste rechtscollege). Die vragen zien op het voorgaande en dan meer specifiek of het terecht is dat deze huurverhogingsbedingen volledig buiten spel worden gezet. De antwoorden van de Hoge Raad zullen bepalen hoe verhurend Nederland hier verder mee moet omgaan.
Reageren? Mail naar Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Bron: De Limburger