Economie & Duurzaamheid
Typography

Door Wouter Wilmer (economisch Nieuws, beleggen in goud) - NLMagazine Economie & Duurzaamheid, Public finance, Goud en beleggen - Amerika heeft een grote rol gespeeld in het blokkeren van een geldstelsel gebaseerd op goud nadat het Bretton Woodsstelsel was gevallen.

Dat schrijft Jan Nieuwenhuijs in zijn nieuwe blog op Gainesvillecoins.com. Waarom wilden de Amerikanen af van edelmetaal als basis van het geldstelsel? En hoe kregen ze de Europeanen zo ver goud ook los te laten?

Wat was het Bretton Woodsstelsel?

Voor de Tweede Wereldoorlog was de Gouden Standaard een tijd in ere hersteld. Toch kon de standaard niet lange tijd gehandhaafd worden. Het Britse pond was teruggekeerd naar de vooroorlogse pariteit, waardoor de munt sterk overgewaardeerd was. Ook werden de strikte spelregels van de Gouden Standaard na de Eerste Wereldoorlog niet meer nageleefd. Zo werden begrotingstekorten makkelijker gedekt door de ontwikkelde kapitaalmarkt en konden lonen niet meer verlaagd worden. Dit wordt uitgelegd in een vorig artikel op Holland Gold.

Na de Tweede Wereldoorlog was Amerika de enige wereldmacht. Daardoor had het land een sterke onderhandelingspositie toen werd beslist over een nieuw geldstelsel. In het plaatsje Bretton Woods werd bepaald dat voortaan alleen de dollar nog inwisselbaar was voor goud. Andere valuta waren op hun beurt weer gekoppeld aan de dollar. De wereld ging hierdoor in feite over op een dollarstandaard. De vaste prijs van 35 dollar per troy ounce werd gehandhaafd door de vorming van een Gold Pool. Een groep centrale banken zou de prijs handhaven door goud te kopen of verkopen in de vrije markt.

Waarom faalde Bretton Woods?

Het stelsel begon mankementen te vertonen toen het tekort op de Amerikaanse betalingsbalans begon op te lopen. Buitenlandse centrale banken kregen op die manier steeds meer dollarreserves en wilden die dollars steeds vaker omwisselen voor goud. De Amerikaanse goudvoorraad nam daardoor dus steeds verder af. Waar de Gold Pool aanvankelijk steeds goud moest kopen om de prijs te handhaven, moest er nu opeens goud worden verkocht om de prijs niet te hard te laten stijgen.

Landen begonnen in de jaren 60 vaker kritiek te uiten op het stelsel, dat ontworpen was om steeds meer dollars aan te houden. Amerika kon de dure oorlog tegen Vietnam de facto financieren door simpelweg dollars te printen. De Franse president, Charles de Gaulle, ageerde in een speech tegen dit ‘exorbitante privilege’ en toonde zich voorstander van het gebruik van goud voor internationale betalingen.

Toen het Britse pond moest devalueren liep de situatie verder uit de hand. Aanvankelijk werd de Gold Pool twee weken gesloten. Tijdens een conferentie in Washington werd besloten dat de Gold Pool helemaal ontbonden werd en dat de marktprijs van goud dus kon gaan fluctueren. Er werd echter in het voordeel van de Amerikanen wel besloten dat geen enkele centrale bank goud zou kopen of verkopen tegen een prijs anders dan de officiële prijs. Daardoor ontstond er een tweedelige goudmarkt: particulieren konden goud verhandelen tegen de vrije marktprijs, centrale banken voerden transacties uit tegen de officiële prijs. Door deze bepaling werd de goudmarkt minder liquide, omdat geen enkele centrale bank bereid was te verkopen tegen $35 per ounce, wetende dat goud veel meer waard was. De wet van Gresham deed haar intrede, waarbij centrale banken dollars gebruikte als betaalmiddel en goud bewaarden als reserve.

De oplossing die toenmalig president van De Nederlandsche Bank (DNB), Jelle Zijlstra, aandroeg poneerde de verhoging van de goudprijs in alle valuta. Volgens Zijlstra was het vreemd dat alle prijzen sinds 1930 drie of vier keer zo hoog waren, maar dat de goudprijs nog steeds op hetzelfde niveau zat. Door de grote tekorten van de Amerikaanse handelsbalans zou de prijs van goud uitgedrukt in dollars nog extra verhoogd worden. Zulks zou echter in totale tegenspraak zijn met het Amerikaanse ideaal van een hegemoniale dollar. Het plan van Zijlstra vond dus geen doorgang.

Hoe voerde Amerika de druk op?

De Amerikaanse troepen op Duits grondgebied boden bescherming tegen de Sovjetunie, maar er waren wel voorwaarden aan verbonden. De Duitsers mochten bijvoorbeeld geen dollars omruilen voor goud. Toenmalig president van de Bundesbank, Karl Blessing, heeft in een brief zelfs toegezegd dat Duitsland geen dollars zou omwisselen. Vlak voor zijn dood gaf Blessing ook toe dat deze brief werd geschreven toen de Amerikanen troepen dreigden terug te trekken. Duitsland zegde ook toe geen goud te kopen. Deze toezegging betekende ook dat Duitsland niet mee zou doen aan een Europese Gold Pool, een initiatief om goud weer in belang te laten toenemen. Zonder Duitsland zou een dergelijk initiatief nooit van de grond komen. De Amerikanen waren succesvol in het uitfaseren van goud, maar konden niet voorkomen dat goud belangrijk bleef als monetaire reserve.

De brief van Blessing. (Bron; Gainesvillecoins.com)

De Nederlandse Jelle Zijlstra stond sterker in zijn schoenen en ging niet mee in het Amerikaanse verzoek geen dollars meer in te ruilen. De Amerikanen kwamen in 1971 zelfs met een zware delegatie naar Amsterdam afgereisd om Zijlstra te overtuigen af te zien van de inwisseling. Paul Volcker, toen nog ondersecretaris van het Ministerie van Financiën en later voorzitter van de FED, zei toen tegen Zijlstra ‘You are rocking the boat’, waarop Zijlstra zei; ‘if that boat rocks too violently as a result of converting $250 million, that boat has already sunk’. Achteraf een sterk optreden van Zijlstra, want in datzelfde jaar zou President Nixon de koppeling met goud verbreken. Goud zou vanaf dan sterk in waarde gaan toenemen.

De oliedeal met Saoedi-Arabië

De oliecrisis in 1973 was weliswaar schadelijk voor Amerika, maar bood ook een kans. De kosten liepen op als gevolg van hoge olieprijzen, maar de hoge olieprijzen die voor veel Westerse landen golden zorgden ook voor een grotere vraag naar dollars. In 1974 reisde de Amerikaanse secretaris van het Ministerie van Financiën, William Simon, af naar Saoedi-Arabië. Daar sloot Simon een deal met Saoedi-Arabië waarin het land beloofde olie te leveren aan Amerika en de dollars die het verdiende te investeren in staatsobligaties. In ruil daarvoor kreeg Saoedi-Arabië militaire steun van de Amerikanen. De investering in obligaties verliep via een speciale constructie om marktverstoringen te voorkomen.

Vanaf de jaren 70 werden olietransacties in dollars voldaan. Daarmee behield de dollar haar hegemonie. Pas de laatste maanden is er een verschuiving in deze ontwikkeling zichtbaar. Sinds de sancties op Rusland denken landen na over een alternatief voor de dollar die als wapen kan worden ingezet. In december gaf Frank Knopers tegenover Holland Gold nog aan dat olieproducerende landen een belangrijke rol kunnen gaan spelen in de discussie over een eventuele opvolger van de dollar.

Het is dus belangrijk om te kijken in welke munt olietransacties verhandeld worden. ‘Rusland betaalt nu bijvoorbeeld ook met de renminbi, maar we zien ook dat India de eigen munt wil gebruiken. Olieproducerende landen in het Midden-Oosten zouden in deze discussie nog wel eens een troef in handen kunnen hebben. Maar mochten de plannen voor een BRICS-munt stranden, dan is goud een goed alternatief’, zo denkt Knopers.

Het artikel van Jan Nieuwenhuijs geeft een mooi inzicht in de periode rond 1971. Vooral de rol die de Amerikanen vervullen valt daarbij op. Wat goud in de toekomst gaat doen is moeilijk te zeggen, maar dat centrale banken ook de komende jaren vasthouden aan goud staat buiten kijf.

Bron: HollandGold.nl

Quote

Economie nu.nl

05 mei 2024

Het laatste nieuws het eerst op NU.nl

e-Matching