Leren van ervaringen bij het aardgasvrij maken van wijken - NL Magazine Economie & Duurzaamheid - Het Programma Aardgasvrije Wijken (PAW) is ingesteld om te leren hoe wijken van het aardgas af te halen zijn en hoe dit kan worden opgeschaald.
Proeftuinen worden gezien als een belangrijk middel om te leren hoe de wijkaanpak kan werken, omdat zicht verkregen wordt op knelpunten en mogelijkheden door kleinschalig aan de slag te gaan. De leerervaringen in de onderzochte wijken zijn echter vaak lastig te vertalen naar een grotere schaal. Dat blijkt uit interviews met bewoners en betrokkenen in veertien voorloper-wijken in de transitie naar aardgasvrij.
In de onderzochte wijken blijkt dat er in de praktijk vaak veel meer gedetailleerd maatwerk nodig is, dan op voorhand was gedacht. Door het maatwerk duurt het aardgasvrij maken vaak langer. Zo lijkt een wijk of buurt vaak een eenheid, maar zijn er grote verschillen tussen woningen en ook in de bereidheid en de mogelijkheden van de bewoners om mee te doen met het veranderingsproces. Daarnaast vragen verschillende warmteopties zoals restwarmte, geothermie, elektrisch of waterstof om andere maatregelen achter de voordeur en vergt het nog tijd om te weten welke warmteopties naar de toekomst toe reëel zijn.
Grote verschillen tussen bewoners
Door de grote verschillen tussen bewoners is het realiseren van een collectief overstapmoment waarop een hele wijk gelijktijdig overgaat op een warmtenet lastig. Het gevolg hiervan is dat er soms extra infrastructuur nodig is.
Ook in het proces is er nog veel maatwerk nodig. Zo zijn er nog geen standaardstructuren voor kostenverdeling en is het onduidelijk wie welke risico’s en verantwoordelijkheden draagt. Daardoor is veel extra afstemming nodig.
Maatwerk bemoeilijkt uitwisseling en opschaling van lokale lessen
In de proeftuinen wordt veel geleerd over technische mogelijkheden, en de omvang en aard van de opgave. Ook op het gebied van samenwerking wordt, probleem gedreven, en al doende geleerd. Veel van de leerervaringen zijn echter lastig elders toe te passen doordat deze vaak zeer contextafhankelijk zijn; gericht op de specifieke omstandigheden in de gemeente, de gekozen warmteoptie, de fase in het proces, of uitvoering en de houding van betrokkenen.
Het oplossen van de structurele knelpunten vraagt om keuzes en acties op het niveau van de Rijksoverheid, stelt het PBL op basis van de onderzochte initiatieven. Consistent overheidsbeleid en een duidelijke toekomstvisie vanuit de Rijksoverheid zou kunnen helpen bij het realiseren van draagvlak.
Bron: Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG)