Foto door de Gemeente Utrecht - NLMagazine/Utrecht, Archeologie - Tijdens de graafwerkzaamheden aan Stadsplein de Neude dat opnieuw wordt ingericht met bomen, banken en meer ruimte voor fietsen hebben Utrechtse archeologen een uitzonderlijk grote stenen waterput uit de zestiende eeuw ontdekt. Er zijn inmiddels al talloze vondsten gedaan op de Neude, maar deze openbare waterput is tot nu toe de grootste vondst.
In opdracht van Karel V
De aanleg van deze openbare waterput is in rekeningen uit 1529 terug te vinden, en werd in opdracht van Karel V gebouwd. Men moest, om het grondwater te bereiken, eerst een trechtervormig gat met aan de bovenzijde een diameter van meer dan 7,5 meter graven. Dit is in de grondsporen terug te zien.
Opvallend is dat de imposante waterput, in tegenstelling tot andere exemplaren in de stad, na 1530 in geen bron meer wordt genoemd en op geen enkele oude kaart is terug te vinden. Dit lijkt erop te wijzen dat de put niet heel lang in gebruik is geweest.
Andere schatten
In de grond onder de Neude, die van andere plekken uit Utrecht is aangevoerd, zijn ook vele andere schatten gevonden. Uit de verschillende ophogingslagen kwam onder meer een compleet pelgrimsinsigne uit Keulen tevoorschijn. Ook kwetsbare vondsten, zoals hout, textiel en leer, zijn door de gunstige bodemomstandigheden bijzonder goed bewaard gebleven.
Rachel Streefland, wethouder Erfgoed: “Deze vondsten laten zien hoe belangrijk het is om bij ruimtelijke ontwikkeling archeologisch onderzoek te doen: door deze bijzondere ontdekking komen we meer te weten over de historie van onze stad. En zelfs met deze opgravingen blijft er nog veel moois in de bodem verborgen, wat het echt een voorrecht maakt om in Utrecht te mogen leven.”
Riddertoernooien
Rond het midden van de vijftiende eeuw vormt de Neude een aantal jaren achtereen het decor van een heus riddertoernooi. Om de ridders te paard tijdens de steekspelen veilig met elkaar te laten strijden, werd een dikke laag zand gestort. Er werden hiervoor in 1441 meer dan 300 karrevrachten zand van het Janskerkhof naar de Neude gereden.
Na het laatste riddertoernooi krijgt de Neude in 1465 voor het eerst een keienbestrating, en na acht jaar nog eens. De nieuw aangebrachte laag puin en zand zorgt daarbij voor een stabiele ondergrond waarop duizenden keitjes, afkomstig van de Utrechtse Heuvelrug, worden gelegd. Op verschillende plekken op de Neude is deze puinlaag met de keitjes teruggevonden.
Bron: Erfgoed