Door Gavin Olivier O’Leary en Rachel Refael - NLMagazine/Amsterdam, de Wallen, Prostitutie - Van wie zijn de Wallen? Die vraag is eeuwenoud. Al vanaf de zestiende eeuw staan sekswerkers en het stadsbestuur lijnrecht tegenover elkaar.
In verzet tegen de verboden op prostitutie en homoseksualiteit ontstonden geheime interieurs en ontmoetingsplekken door de hele stad. Gavin Olivier O’Leary en Rachel Refael maakten er een tentoonstelling over bij Arcam, die Ons Amsterdamlezers nu gratis kunnen bezoeken.
De geschiedenis van de verhouding tussen Amsterdam en de Wallen is net zo complex als de wijk zelf. In de veertiende eeuw transformeerde Amsterdam van een bescheiden vissersdorp in een handelscentrum, wat een toestroom van mensen en nieuwe bezigheden met zich meebracht. Met de toegenomen handel ontstond ook een vraag naar ‘moreel dubbelzinnig’ plezier. Dit bracht spanningen met de morele autoriteiten van de stad met zich mee. Het stadsbestuur zag het liefst elke vorm van ‘betaalde liefde’ en overspel verdwijnen.
In de jaren 1460 opereerden bordelen discreet in de huizen van baljuws. Minder dan twee decennia later, in 1478, betreurde het stadsbestuur de verspreiding van prostitutie door de stad. Er werd gewaarschuwd dat ‘als dit buiten Amsterdam bekend zou worden, de stad ernstig onteerd zou worden’. Die zedeloze reputatie was het stadsbestuur sindsdien een doorn in het oog.
In 1578 werd betaalde hoererij formeel verboden, maar dit was vooral een symbolisch gebaar. Het verbod handhaven was in praktijk veel lastiger. Vroegmoderne Amsterdamse sekswerkers en LHBTI’ers kwamen in verzet tegen de pogingen van de autoriteiten om hen te reguleren, of hun aanwezigheid in de stad zelfs volledig uit te wissen. In de loop van de tijd trotseerden zij in geheime interieurs en op informele ontmoetingsruimtes stilletjes het toezicht van de schout en zijn dienaren. Niet alleen de verboden van het stadsbestuur, maar ook deze verborgen plekken vormden de identiteit van Amsterdam.
Peeping Spaces
Als curatoren van Peeping Spaces stonden we voor een unieke uitdaging: hoe vertel je een waarheidsgetrouwde geschiedenis van de Wallen zonder de mensen die ervan afhankelijk zijn voor hun inkomen, sociale contacten en seksuele expressie te ondermijnen? Hoewel de tentoonstelling de geschiedenis van de wijk tot begin 1900 beslaat, hebben we daarom contact opgenomen met de werknemers en vertegenwoordigers op De Wallen vandaag de dag.
Verdeel en heers
Een terugkerend thema in de gesprekken met leden van het Prostitutie Informatie Centrum was de strategie van 'verdeel en heers' die de gemeente uitvoerde. Deze tactiek was erop gericht om de queergemeenschap en sekswerkers, twee groepen die nauw verbonden waren, van elkaar gescheiden te houden. Daardoor ontstond er verdeeldheid die hun solidariteit, en daarmee de kracht van hun verzet, verminderde. De blijvende impact van deze scheidingen is een cruciaal om de huidige dynamiek binnen beide gemeenschappen te begrijpen.
Rho Hotel
Tijdens het onderzoek voor de tentoonstelling bracht Gavin Olivier O'Leary een bezoek aan het Rho Hotel. Het hotel beslaat een heel blok tussen Nes 5 en 23. De ingang is discreet weggestopt, waardoor er een sfeer van privacy en mysterie hangt. Op deze plek, op Nes 17, was ooit The Empire gevestigd, een markant etablissement dat een cruciale rol speelde als een van de eerste en belangrijkste homobars van Amsterdam. De bar, opgericht in 1911, groeide al snel uit tot een vitaal sociaal knooppunt voor de queergemeenschap The Empire bood een ruimte waar individuen konden samenkomen, contact konden maken en hun identiteit konden uiten in een tijd van wijdverbreide discriminatie.
Maxim café
The Empire kende echter ook uitdagingen; in 1928 leidde een inval door de zedenpolitie ertoe dat Mie Lauffer, de eigenaar van de bar - een madam en openlijk lesbisch - de zaak omdoopte tot Maxim Café. Ze hoopte hiermee de oude reputatie van haar bar af te schudden. In 1932 verkocht Lauffer het café aan Bob Scheper, een homoseksuele man. Scheper doopte het om tot Bob's-Bar Bodega. Het verhaal van The Empire is een goed voorbeeld van de complexe relatie tussen queerruimtes en sekswerk, en benadrukt dat deze omgevingen bijna vanaf het begin met elkaar verbonden waren.
Historische documenten
Historische documenten uit het Stadsarchief en het Rijksmuseum, samen met literaire werken, onthullen dat de band tussen sekswerkers en LHBTI’ers nog veel verder terug gaat dan de twintigste eeuw. "Molly Houses" - proto-homobars van hun tijd - dienden vaak als locaties voor queer sekswerkers. De gedeelde strijd van de LHBTI+-gemeenschap en sekswerkers voor seksuele vrijheid gaat daarmee ook al eeuwen terug.
Veel van plekken, zoals de Molly Houses en The Empire, zijn verdwenen en leven nu alleen nog voort op de pagina's van gearchiveerde documenten. De levendige geschiedenis van sekswerkers en LHBTI’ers is daardoor misschien niet voor iedereen zichtbaar. Toch blijft die erfenis belangrijk, nu de politiek van De Wallen nog altijd relevante vragen oproept: over seksualiteit, over zichtbaarheid en, bovenal, over wie überhaupt recht heeft op de stad.
Meer informatie
- De tentoonstelling Peeping Spaces, A Queer Historical Perspective of ‘De Wallen’ is te tot 2
februari 2025 te bezoeken bij Arcam.
- Op vertoon van dit artikel mogen Ons Amsterdamlezers gratis naar binnen. Meer info vindt
u hier.
Peeping Spaces is tot stand gekomen met dank aan het Prostitutie Information Centrum en haar leden voor hun waardevolle en onmisbare inzichten en medewerking, Arcam voor het faciliteren van de tentoonstelling en het ondersteunen van het onderzoek, en onze adviseur en begeleider Pol Esteve Castello.
Bron: Ons Amsterdam