Zo draag je een fietshelm

Hoe moet een fietshelm zitten en ook: hoe niet

Plaatsing op je hoofd

• Wel: Zet de helm horizontaal op je hoofd. Je schedel is dan vanaf je oren naar boven rondom beschermd. Voorhoofd en slapen zijn afgedekt. En zelfs al zou je plat op je gezicht vallen, dan vangt de dikke rand van de helm over je voorhoofd een deel van de klap op.
• Niet: De helm te ver op je achterhoofd dragen. Met een snijdend bandje in/onder je kin tot gevolg. De bescherming van je hoofd is zo verre van optimaal en kan eventuele letsels zelfs verergeren.

Riempjes

• Wel: Stel de riempjes af op de juiste lengte. Vaak zitten de riempjes als een soort driehoek om je oren heen. Met een gesp zet je de helm onder je kin vast. Zorg dat je oren vrij blijven en dat de riempjes niet schuren.
• Niet: Het riempje/de gesp te strak of te los. Het ligt voor de hand dat als riem en gesp verkeerd zijn afgesteld, de helm van je hoofd kan schieten tijdens een val. Tussen de riempjes en de kaak mag ongeveer een vingerdikte ruimte zijn. Strakker hoeft niet. Te strak kan bij valpartijen zelfs schadelijk zijn. Het kan enige tijd duren voordat je de juiste en comfortabele afstelling van de bandjes hebt gevonden. De sluiting moet trouwens onder de kaken zitten. Over de kin zou het riempje kunnen losschieten

Pootjes van de bril

• Wel: Draag je een bril of zonnebril, zorg dan dat de pootjes over (dus aan de buitenzijde) de riempjes van de helm zijn geplaatst. Zo kan de bril makkelijk afvallen op het moment dat je naar de grond gaat en wordt die niet in je gezicht gedrukt.
• Niet: De brilpootjes binnen de bandjes van je fietshelm steken.

Muts

• Wel: Wil je in de winter je hoofd graag warm houden? Er zijn fietsmutsen voor onder je fietshelm. Sommige fabrikanten bieden bij de fietshelm een passende muts. Deze fleece helmmuts van ANWB houdt ook je oren warm. 
  Niet: Een gewone muts onder je fietshelm dragen. Het dragen van een reguliere muts onder de helm kan bij een ongeval ernstige gevolgen hebben.