De ouderen - Vera Amende - NLMagazine/Amsterdam, ouderen - Er wordt veel en zorgelijk geschreven over de ouderen in onze stad en in het land. Ze vallen te veel van hun elektrische fietsen of struikelen over een piepklein uitstekend richeltje van een straatsteen.
Zo breken ze hier en daar wat. Zij wonen in te grote huizen en als ze moeten verhuizen, ontdekken ze te laat dat hun kasten vol zitten met leuke ansichtkaarten en stokoude liefdesbrieven van zeventig jaar geleden. Veel reisherinneringen met foto’s van mensen die je niet meer herkent. Te veel borden, kommen en bestek.
Het ergste zijn te veel boeken. Je blijft je maar herinneren hoe blij je was met de eerste zelfgekochte Prismaboekjes voor fl.1,25. Ook erg is om bij een verhuizing te vergeten waar al die verbindings- en aansluitkabeltjes voor zijn. Je zal ze wel terugvinden in een verhuisdoos, maar het lijkt meer op een soort slangenkuil en die slangen hebben ook allemaal een ander eng kopje, platte smalle of brede kopjes, soms met iets puntigs of met twee oogjes. Iets wat ons makkelijker door het leven zou moeten helpen, roept juist meer vragen bij ons op.
Maar een goede raad is: zorg wel dat je een waterpomptang in huis hebt; met deze zelfhulp overwin je menig huishoudelijk probleem. Een bejaardenhuis is niet meer nodig; overigens heeft onze overheid deze in haar onhandigheid allemaal al afgeschaft.
Stappenteller | Vera Amende
Een half jaar voor het coronatijdperk kreeg ik via de Soop van de VU een uitnodiging om mee te doen aan een project dat het geestelijk en lichamelijk welzijn zou bevorderen. Dat wilde ik wel. Ik werd eerst lichamelijk en geestelijk getest. In dit half jaar moest ik iedere dag op een handige stappenteller aflezen of ik wel aan de benodigde vijfduizend stappen toe was gekomen. Een coach kwam van tijd tot tijd langs om me moed in te spreken. Het begin- en eindresultaat van de test kreeg ik schriftelijk toegestuurd. Ik ben toen geloof ik vergeten te controleren of ik geestelijk en lichamelijk voor- of achteruit was gegaan.
Enige weken geleden kreeg ik tijdens het wachten op een bestelling, waarbij ik via mijn telefoon kon volgen waar het bestelde zich bevond, zomaar plotseling een uitnodiging om een stappenteller te installeren. Dit kansje wilde ik niet laten lopen. Nu ben ik weer een gevangene van die vijfduizend stappen per dag. IJverig doorkruis ik de Plantagebuurt door regen en wind, zeg maar storm, me soms vastklampend aan een dichtbij zijnde paal of brug. Ook bezoek ik nu musea om even voor de wind en de regen te schuilen. Ik weet nu dat alle dieren gapen, zelfs een vis onder water, gezien in het Groote Museum. Wel krijg ik nu laat in de avond de opdracht: ‘u moet nog 900 stappen maken’.
We gaan in ieder geval met goede moed het voorjaar tegemoet.
Bron: Oostonline