NLMagazine/Amsterdam, Verkeer & Vervoer - 50 jaar geleden voerde de regering 10 autoloze zondagen in. Ook Amsterdammers moesten hun auto laten staan. Wie toch reed, riskeerde een boete. Alleen brommers, taxi’s, hulpdiensten en bussen mochten rijden. De run op ontheffingen was groot. Terug naar het najaar van 1973, de tijd van de oliecrisis.
De oliecrisis was het gevolg van de Jom Kippoer-oorlog tussen Israël en Egypte samen met Syrië. Arabische landen leverden geen olie meer aan landen die Israël steunden. Deze boycot zorgde voor een behoorlijke economische crisis. Om brandstof te sparen ging benzine heel even op de bon en kwamen er autoloze zondagen. Ook werd de maximale snelheid op de snelwegen verlaagd tot 100 kilometer per uur.
Rolschaatsen
Veel Amsterdammers hebben het zelf meegemaakt. Of kennen de verhalen: rolschaatsen en fietsen op de snelweg. Lekker spelen op straat, veel ruimte voor kinderen en voetgangers. Maar daar was niet iedereen het mee eens. Zo noemde een Amsterdamse brievenschrijver in het Parool het voornamelijk "een gevaarlijke zondag, waarin taxi’s wel 80 tot 100 kilometer per uur rede". Velen negeerden het rode stoplicht en remden niet af bij zijstraten. De lezer vroeg zich of dit de autoloze zondag was "waar veel kinderen zich op hadden verheugd".
Relletjes
Volgens Trouw was de eerste Amsterdamse autoloze zondag "bijna uitgegroeid tot nationale Feestdag". Volgens de politie was de drukte in de stad vergelijkbaar met een (toen nog) Koninginnedag. Maar het was niet alleen maar feest. Veel Amsterdamse fietsers leek het een leuk idee om door de IJtunnel te rijden. Toen dit niet bleek te mogen, braken er in Noord kleine relletjes uit. Een groepje fietsers begon met bakstenen naar bussen en taxi’s te gooien. 'De groep die uit ongeveer 100 personen bestond werd door twaalf agenten uiteengejaagd, waarbij van de gummiknuppel gebruik is gemaakt', schreef dezelfde Trouw.
Nederland-België
De derde autoloze zondag van 18 november viel samen met een belangrijke kwalificatiewedstrijd van het Nederlands elftal in een afgeladen Olympisch Stadion. Het werd meteen een megaklus voor het GVB. Op de lijnen 16 en 24 werden heel veel extra trams ingezet. Na afloop van de wedstrijd stond de Amstelveenseweg vol met wachtende trams. Nederland plaatste zich overigens voor het WK door een onterecht afgekeurd doelpunt van de Belgen. Tijdens de autoloze zondagen zette het GVB zo’n 60 tot 80 extra personeelsleden in.
Liedjes
Aan de crisis zaten ook vrolijke kanten. Vooral op het gebied van muziek. Twee ‘hits’ bezongen de toestand op komische wijze. Oude liedjes werden voorzien van nieuwe tekst. Zo vormden Vader Abraham en de politicus ‘boer’ (Hendrik) Koekoek ‘De uil is in den olmen’ om tot ‘Den Uyl is in den Olie’. Het televisieprogramma Farce Majeure scoorde een hit met Kiele Kiele Koeweit. Een liedje dat makkelijk in de hoofden van de mensen bleef hangen (“kiele kiele hopsasa”). Dit lied was op de wijs van ‘Tolhuis, kiele, kiele, Tolhuis’ en ging oorspronkelijk over het oude Tolhuis in Amsterdam Noord. Op 6 januari 1974 was uiteindelijk de laatste van de 10 autoloze zondagen.
Bron: Gemeente Amsterdam