NLMagazine/Noord Holland, Natuur & Milieu - Al wekenlang draaien circa vijftig oude molens op volle kracht om de polders boven het Noordzeekanaal droog te houden. De aanhoudende regenval maakt de molens onmisbaar naast de elektrische gemalen van het hoogheemraadschap, verklaart de stichting Westfriese Molens. Molenaar Ron Brommer in ’t Zand heeft er zijn handen vol mee.
Met kletsnatte polders, overstroomde wegen en ondergelopen kelders lijkt er geen einde te komen aan de regen. De vraag rijst: waar moet al dat water naartoe? Molenaars in de Noordkop, de Zaanstreek, West-Friesland en Kennemerland zetten zich vrijwillig in om het waterschap te ondersteunen. Ze pompen en malen om al het regenwater te verwijderen, zoals molenaar Ron Brommer in ’t Zand, wiens Molen O-T op volle toeren draait.
Bart Slooten van de stichting Westfriese Molens houdt de waterstanden bij en meldt dat ongeveer dertig molens volledig operationeel zijn, terwijl zo’n twintig molens ‘doen wat ze kunnen’. “Het zijn allemaal vrijwillige molenaars, en niet iedereen kan dagelijks vrij krijgen van zijn werk om de molen te laten draaien. Maar zodra de molen begint te draaien, zie je meteen dat het waterpeil aanzienlijk daalt. Ze hebben een grotere capaciteit dan de noodpompen van het waterschap.”
Slooten voorziet dat de molenaars het de komende jaren nog druk zullen hebben. “Het begon al in oktober met de natste maand sinds 1906, en dit zal naar verwachting voortduren als gevolg van klimaatverandering. Gelukkig krijgen we waardering van boeren, ingelanden en het waterschap voor ons werk.”
Bron: De Erfgoedstem