NLMagazine Culinair - De schrijvende Krat-chef viert vakantie in Italië. De Italianen zijn heel serieus over hun eten; gerechten worden gemaakt volgens onveranderlijke recepten, elke regio heeft zijn eigen specialiteiten en het is niet de bedoeling dat er enige kruisbestuiving plaatsvindt.
De Italiaanse humor zit in de namen van gerechten. De tiramisu, ook wel ‘til me op’, is misschien wel de bekendste. Maar wat dacht je van saltimbocca, het gerechtje van kalfsschnitzel, zo lekker dat het je mond (bocca) inspringt (saltare).
Een korte gedroogde pasta heet strozzopreti: ‘de gewurgde priester’. De brutti ma buoni zijn lelijke, maar lekkere koekjes met nootjes. En er is een Siciliaans witgekleurd bol gebakje met een rood puntje dat ‘minne di Sant’Agata’ heet: de borst van de heilige Agaat.
Zo frivool zijn we in Nederland niet, al kennen we een gerecht met een onweerstaanbare naam: blote billetjes in het gras. Het is een zomerstamppotje van aardappelpuree, gemengd met (zomergroente!) snijbonen en – oorspronkelijk – witte bonen, die als billetjes boven het gras uitsteken. Maar ja, de wereld bestaat uit meer dan witte billetjes, dus we kozen voor verschillende bonen: wel zo gezellig.
Inger Boxsem en het team van de Krat
