NLMagazine Muziek DIVERSE VIDEO’s - Tijdens de vakantie, die alweer ver weg lijkt, las ik het boek The Islander. Het is de autobiografie van de legendarische ‘platenbons’ Chris Blackwell, oprichter van het iconische label Island Records. Hij groeide op in een bijna koloniale omgeving op Jamaica met Engelse ouders, waarvan zijn moeder een society figuur was, die erg close was met James Bond auteur Ian Fleming en zijn vader een (getraumatiseerde) militair in het Britse leger.
In het begin van het boek staat een bijz onder, anekdotisch verhaal over hoe hij eens met enkele vrienden met een zeilbootje aan lager wal raakte en hulp moest gaan zoeken. Hij kwam in een dorp met alleen maar Rastafari’s, waarvoor hij door de Engelse ‘bovenklasse’ op het eiland was gewaarschuwd. Maar hij werd er zeer respectvol en liefdevol ontvangen. Deze open (your) mind ervaring kwam hem later goed van pas toen hij artiesten als Bob Marley, Peter Tosh, Black Uhuru etc onder zijn hoede ging nemen. Daar kwamen nog succesvolle acts als Cat Stevens, Roxy Music, Nick Drake, Free, Traffic (Steve Winwood), Tom Waits, Tom Tom Club, Robert Palmer en U2 bij.
Daar valt natuurlijk veel over te vertellen, maar ik zou zeggen lees het boek van Chris, ook wel aangeduid als CB. Grappig is bijvoorbeeld dat Bob Marley in een BMW placht te rijden, omdat het de afkorting was van Bob Marley & the Wailers. Bijzonder is hoe Chris omging met Grace Jones, ook van Jamaicaanse afkomst. Grace had een moeilijke jeugd en kwam met haar ouders in de VS terecht, niet echt uit weelde. Daar ontwikkelde zij zich (vooral in New York en Parijs) tot een echte avant garde society Queen. You know what I mean. Ze werd niet alleen fotomodel en filmactrice (onder meer in de Bond-film A View To A Kill, als May Day) maar ging ook zingen.
Met haar hele Performance (met hoofdletter P) was Grace haar tijd ver vooruit. Ze werd een inspiratie voor Powerladies als: Annie Lennox, Lady Gaga, Rihanna, Beyoncé (daarover straks meer) etc. In het begin was Grace haar muziek trouwens niet zo spannend. Ze maakte vooral discomuziek en daarvan was er al veel te veel.
Chris Blackwell deed een briljante zet. Hij stuurde Grace met een groep topmuzikanten (onder de naam Compass Point All Stars) naar zijn nieuw gebouwde studio op de Bahama’s, waar trouwens ook de T
om Tom Club aanwezig was (kom ik zeker nog een keer op terug). De ritmesectie van de band bestond uit niemand minder dan Sly & Robbie. Oftewel het legendarische drum & bass duo Sly Dunbar en Robbie Shakespeare.
Lees in Chris zijn boek hoe de band samen met Grace de disco muziek wist te upgraden naar een zeer strakke Jamaicaanse variant. En daar kwamen geweldige nummers uit: Walking in the Rain, Nightclubbing, I’ve Seen That Face Before (Libertango), Nipple To The Bottle, La Vie En Rose etc etc. Schitterende nummers en nog steeds Classics.
Op het nieuwste album van Beyoncé (Renaissance, toch min of meer een Party plaat) doet Grace mee op het nummer Move, ook samen met de Nigeriaanse topper Tems. Kortom, Grace is en blijft van alle tijden. Ze schijnt nog steeds op te treden en het is ook nu nog een belevenis. Mijn favoriete nummers uit het brede scala zijn, naast haar Bumper Song, de Libertango (I’ve Seen That Face Before) gebaseerd op de schitterend tangomuziek van Astor Piazolla en Victor Should Have Been A Jazz Musician. Ook de clip bij Slave To The Rythm is gaaf. Klik en geniet!!