Column Jan Dirk van der Zee, directeur amateurvoetbal - NLMagazine Sport - ‘Voetballen met Wiel Coerver’ was in de jaren ’80 mijn voetbalschool. Dribbelen en drijven, afwerken op de goal, kappen en draaien. Eindeloos heb ik de oefeningen van de Limburgse voetbalgrootmeester herhaald. Bij omroep TROS hadden ze de uitzendingen zo uitgekiend, dat je de lesstof een kwartier voor het avondeten kon bekijken, om het direct daarna in praktijk te brengen.
Coerver’s lesboek, ‘leerplan voor de ideale voetballer’, gebruikte ik erbij met de uitlegplaatjes over passeer- en schijnbewegingen. Samen met de videobanden en de ordnermap met krantenknipsels moeten ze nog ergens op zolder liggen.
De ranke en altijd in het zwartgeklede ‘Einstein van het voetbal’ schoot door mijn hoofd toen wij twee jaar geleden een onderzoek zijn gestart naar de opkomst van commerciële voetbalscholen. Een snelgroeiende bedrijfstak met in Nederland naar schatting zeker tweehonderd ondernemingen. Tegen betaling kun je er trainen. Daarbij mikken de meeste voetbalbijlesinstituten op de doelgroep van 6 tot 16 jaar. Per training betaal je gemiddeld 13,16 euro, ten opzichte van 1,88 euro bij een vereniging. In nagenoeg alle gevallen zijn jongens en meisjes van ieder speelniveau welkom.
Uit ons onderzoek blijkt ook, dat zo’n voetbalschool invulling geeft aan de behoefte van kinderen, die meer willen dan alleen de reguliere training op de voetbalclub. Ze krijgen er veel persoonlijke aandacht en de lessen zijn meestal gericht op de verbetering van technische skills, dikwijls gedoceerd door goed opgeleide trainers met ervaring in het profvoetbal.
Toch kleven er nadelen aan:
1. Onnodig veel druk
Doorgaans bepalen niet de kinderen, maar vaders en moeders de aanmelding bij een voetbalschool. Je kunt tegenwoordig zelfs al met je tweejarige zoon of dochter naar de peutervoetbalklas. Domweg omdat steeds meer ouders geloven, dat hun kind vanaf een jaar of vier naar een profclub moet. Bij de KNVB noemen we dat de ‘maakbaarheidsillusie’, want het is breed bekend, dat je pas na je veertiende echt kunt vaststellen of je potentieel talent hebt voor de top. En dan nog… slechts 0,1 procent van de voetballertjes haalt uiteindelijk de eredivisie.
2. Afbreuk aan het sociale karakter van het amateurvoetbal
Doordat voetbalscholen commerciële bedrijven zijn, mogen ze niet meedoen aan de KNVB-competities. Om hun klanten toch competitie- en bekerwedstrijden te laten spelen, sluiten ze zich steeds vaker aan bij een amateurclub. Dat leidt tot botsingen. Voetbal is de grootste sport van Nederland met deelnemers uit alle lagen van de bevolking en verenigingen het middel om mensen uit de buurt en de regio met elkaar te verbinden. Voetbalscholen streven naar winst en beter presterende kinderen. Hierdoor ontstaan wrijvingen. Zeker als de prestatiecultuur binnen de vereniging de overhand krijgt, dan verslechtert de sfeer.
Maar betekent dit dat wij willen ingrijpen? Een verbod eisen op commerciële voetbalscholen?
Nee hoor, daar gaan wij helemaal niet over. Het zijn zelfstandige bedrijven, die bij andere instanties onder toezicht staan. Wel vinden we het belangrijk, dat ouders bewuste keuzes maken, bijvoorbeeld met de Advieswijzer van de KNVB.
Verder biedt de opkomst van commerciële voetbalscholen vooral kansen. Zoals de interne voetbalschool voor verenigingen. Met de hulp van de KNVB is dat bij steeds meer amateurclubs een succes.
Aan de basis hiervan staat de gekozen trainingsopzet, waarin ieder kind welkom is en alles draait om pure spelvreugde en leerplezier. Kinderen kunnen kind zijn, zonder te hoeven voldoen aan volwassen verwachtingen.
Pure winst voor de club.