Door Fred van Assendelft - Het zijn korte stukjes in een krant. Ik lees ze graag, columns. Theodor Holman (Parool), heel erg pro Israel; Lale Gül (Parool), heel erg anti Islam; Jos de Jong (NL Magazine) heel erg op bewustwording; Youp van ’t Hek, (NRC) heel erg anti alles, Arnon (Volkskrant) Sylvia (Volkskrant), ik lees ze allemaal graag.
Wat opvalt is, dat ze allemaal een duidelijke mening hebben of op zijn minst je aan het denken zetten: Ja, ja, dat is inderdaad verschrikkelijk; nou, nou, zo had ik het nog nooit bekeken; ach nee, dat wist ik niet eens. Ik ben dan geneigd om het eens te zijn met de columnist, tot een andere stukjesschrijver een mening daartegenover zet. Dan voel ik weer meer voor die laatste mening. Zo switch ik wat af, heeft u dat nou ook ?
De boycot op Rusland is heel effectief, men kan in dat land inmiddels geen fatsoenlijke spullen meer kopen. Nee hoor, niet waar, inmiddels wordt alles uit China en India geïmporteerd en snijden we onszelf alleen maar in de vingers omdat de uitvoer beperkt wordt.
AI (kunstmatige intelligentie) is een zegen. De medische wetenschap kan ineens zoveel meer, het is goed voor natuur en milieu en het kan steden slimmer maken.
Kijk uit voor AI, voor je het weet zijn de robotten ons de baas. Nu al zorgen algoritmes voor bosjes ellende, kijk maar naar toeslagenaffaire.
Dus ben ik voor de boycot, oh nee, ik ben er toch tegen en AI is een prima idee, of misschien toch niet ? Ik heb de neiging om het eens te zijn met de laatste spreker, ja te knikken bij de volgende tekst, mij volmondig achter de column te scharen van wie er ook het laatst heeft geschreven. Heeft u dat nou ook ?
Met Sinterklaas kreeg ik een paar leuke sokken met kerstprint. Er zat het volgende gedicht bij:
Rozen zijn rood
Blond is de blondine
Ik kan niet dichten
Wasmachine
Ik kan mij hier helemaal in vinden, het zou zo maar een waarheid kunnen zijn, een duidelijk column.