Column Jan Dirk van der Zee, directeur amateurvoetbal - NLMagazine Sport - “Als ik mijn jongens met de bal aan de voet, of onder de arm, langs de weilanden naar de club zie gaan, vind ik dat prachtig, Wat dat betreft ben ik een echte voetbalmoeder geworden,” zegt een dame vlak naast me.
Ze is in gesprek met twee andere ouders. Het is zaterdagochtend. De zon schijnt. Ik sta vlakbij de dug-out te kijken naar de jeugd onder 15 jaar van het Alkmaarse Kolping Boys. Later op de middag zou ik hier met Hans Böhm, directeur van Heineken Nederland, een gesprek aangaan over de snelle opmars van 0.0 bier in het amateurvoetbal. Maar onbedoeld blijf ik nu luisteren naar het verhaal van de ‘voetbalmoeder’, die na wat instemmend geknik van haar toehoorders, verder vertelt: “Tijdens de wedstrijden zie ik een kant van mijn kinderen, die ik anders nooit had gezien. Next level fanatiek, met trucs en acties, geweldig! Alleen mijn bloeddruk stijgt ongewild sky high, want de wedstrijden zijn superspannend.”
Aan de overkant van het veld stijgt gejuich op. 0-1 voor Sporting Krommenie. “Jammer Tijmen!” roept iemand uit de dug-out. “De volgende is voor jou!” Waarna een man met een hip Kangol-petje, en een labrador, zich in het gesprek van het gezelschap mengt. Snel wordt duidelijk dat hij Veljko heet en hij zijn geboorteland Slovenië een paar jaar geleden heeft verruild voor Nederland. Zijn dochter speelt in hetzelfde team van Kolping Boys.
Ook Veljko overweegt, ondanks dat hij van huis uit een basketballer en volleyballer is, te gaan voetballen, zegt hij tegen het groepje. “De sfeer op de club trekt mij enorm aan. Het was ook het eerste wat mij opviel toen ik in Nederland kwam: het rijke verenigingsleven. In het buitenland is dat toch echt anders. Hier sta ik op zaterdag met plezier te kijken en ga ik na afloop graag nog even naar het terras bij de kantine.”
Het is precies wat wij op dit moment zien in de cijfers. Na de coronapandemie lijkt er een herwaardering voor het clubvoetbal. Waar we in de budgetten rekening hadden gehouden met een lichte daling, is er nu sprake van een trendbreuk. Tegen de individualisering in, noteren we dit jaar een ogenschijnlijke stijging van het aantal leden. Voor een belangrijk deel is dit toe te schrijven aan loyaliteit, maar ook de herontdekking van de waarde van het verenigingsleven.
Met dat eigen, vooral unieke sfeertje, opgebouwd uit vrijwilligerswerk en clubliefde, wat je nergens anders ter wereld vindt en misschien wel meer over ons land zegt dan we denken.
Hoe het ook zij, de populariteit van het clubvoetbal, geeft extra glans aan het slot van dit seizoen. Na twee jaar coronamaatregelen mogen we eindelijk weer om de kampioenschappen strijden. Het gaat weer om het echie, wat hebben we daarnaar uitgekeken.