Politiek & Maatschappij
Typography

NLMagazine Politiek & Maatschappij – In maart van dit jaar, het lijkt alweer een eeuwigheid geleden, mochten alle stemgerechtigde Nederlanders weer naar de stemhokjes om hun stem uit te brengen op een kandidaat en een politieke partij van hun voorkeur. Daarna werden de stemmen geteld en de zetelverdeling in de 2e kamer laat zien dat een overgroot deel van de Nederlanders een duidelijke voorkeur heeft voor een gematigd, centrumrechts beleid.

Gemakshalve hebben we de christelijke partijen CDA, SGP, CU en BBB, VVD, PVV, FvD, JA21 en Groep Haga bij elkaar opgeteld en vervolgens alle partijen met een sociaaldemocratisch imago, de PvdA, D66, Volt, Denk, Bij1, PvdD, GroenLinks en de SP. Dat leidt tot een totaal van 87 zetels voor een gematigd, centrumrechts beleid en 63 zetels voor partijen met een (gematigde) linkse agenda.

Wanneer je vervolgens als neutrale toeschouwer naar deze zetelverdeling kijkt, dan zou je veronderstellen dat er een nieuwe regering komt die er enigszins als een centrumrechtse, gematigde regering uitziet. Maar het tegendeel is waar. In Den-Haag wordt vooral gekeken naar een regering die straks voor de helft bestaat uit partijen met een linkse agenda (D66, PvdA en GroenLinks). Hoe kan dat?


Wie bestuurt Nederland?
Nederland wordt sinds de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw bestuurd door een hoogopgeleide progressieve generatie die de strijd voor sociale rechtvaardigheid al lang geleden heeft gewonnen. Inmiddels heeft deze progressieve generatie allerlei nieuwe ambities zoals project ‘Europa’ (globalisering), de strijd tegen klimaatverandering en de uitvoering van de (17) Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties. Op papier allemaal prima doelstellingen maar voor de meeste ‘gewone’ Nederlanders behoren veel van deze ambities tot ‘de ver van hun bed show’.

Vergeet niet dat in de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw het electoraat van traditioneel linkse partijen als de PvdA, vooral bestond uit ‘praktisch’ geschoolden die in die periode nog volop streden voor betere (collectieve) arbeidsvoorwaarden en andere overheidsvoorzieningen. Denk daarbij aan het recht op medische zorg, pensioenregelingen, toegang tot hoger onderwijs en sociale voorzieningen als WW en verzekeringen tegen arbeidsongeschiktheid.

Inmiddels is die strijd voor sociale rechtvaardigheid gewonnen maar heeft die theoretisch geschoolde progressieve generatie blijvend hoge posities verworven bij overheden, universiteiten, in de politiek, de rechterlijke macht en bij talloze Non Governmental Organizations (Ngo’s). En vanuit die posities bepalen zij hoe onze samenlevingen moeten worden bestuurd en welke ambities moeten worden waargemaakt waarbij de belangen van ‘gewone’ Nederlanders volledig worden genegeerd.

De consequenties van die nieuwe ambities zijn lelijk zichtbaar. Dankzij project ‘Europa’ (zoals vrij verkeer van mensen en goederen) hebben we te maken met open grenzen waardoor we de laatste tien jaar meer dan 1 miljoen nieuwe Nederlanders (moesten) verwelkomen. Gevolg: een nijpend tekort aan woningen, toenemende druk op het onderwijs (taalachterstanden) en de zorg en ‘The Green Deal’ van klimaatpaus Frans Timmermans in Brussel kosten de Nederlandse schatkist de komende jaren tientallen miljarden Euro’s. Geld dat ook door de praktisch geschoolden moet worden opgehoest.. Lees ook: https://nlmagazine.nl/dossiers/europa


Een voorbeeld van ondemocratische wetgeving in Nederland
Sinds 1985 bestaat in Nederland de ‘Wet Gemeenschappelijke Regelingen’. Deze wet is inmiddels uitgegroeid tot een gedrocht met 424 verschillende regelingen die in alle gemeenten van Nederland kunnen worden toegepast en waarbij gemeenten, provincies en waterschappen samenwerken. Voorbeelden ervan zijn de Regionale Energie Strategie (30) en de Veiligheidsregio’s (25). Het gezamenlijke budget in Nederland voor deze vorm van samenwerking was in 2005 €8,5 miljard en is in 2020 geëxplodeerd tot meer dan €30 miljard.

Een gemeenschappelijke regeling stelt gemeentelijke overheden dus in staat om nieuwe bestuurslagen te introduceren met eigen taken en bevoegdheden zonder dat daar democratisch draagvlak voor is (lees: geen invloed van of door burgers). Kortom, er bestaat geen democratische legitimiteit voor dit soort bestuurslagen en een gemeenteraad heeft geen enkele (controlerende) invloed op het functioneren ervan.


Een praktijkvoorbeeld in het klein
Een prachtig voorbeeld van de werking van zo’n gemeenschappelijke regeling is de ‘Regionale Energie Strategie’. Deze nieuwe bestuurslaag, geïntroduceerd in 30 regio’s in Nederland met allerlei niet gekozen bestuurders aan het roer, gaat aan de slag met klimaatambities waardoor bijvoorbeeld honderden windmolens in uw landschap verschijnen zonder dat u daar invloed op heeft.

Zodra u zich met klachten meldt bij uw gemeente, zal de gemeente u fijntjes wijzen op de aparte status die de R.E.S. heeft waardoor uw stem er in het geheel niet meer toe doet. U mag wel meepraten, maar de beslissingen zijn al lang daarvoor genomen...


Een praktijkvoorbeeld in het groot
Eenzelfde fenomeen doet zich voor in Brussel waar niet gekozen EU-commissarissen wetgeving introduceren voor alle lidstaten (ook voor Nederland). “Oh”, zegt u dan, “maar we hebben toch een gekozen volksvertegenwoordiging in de vorm van het Europees Parlement?” Tsja, da’s inderdaad een leuke geste maar deze parlementariërs hebben geen zeggenschap over wetgeving die in Brussel wordt bedacht. En wanneer zo’n niet gekozen EU-commissaris niet functioneert, bestaat er geen enkele mogelijkheid de man of vrouw weg te sturen, een mogelijkheid die we (nog) wel hebben in Nederland.

Zo ook de introductie van Eurobonds door Brussel. Deze miljarden leningen (minimaal € 750 miljard) worden door Brussel herverdeeld over (Zuid) Europa en voor de terugbetaling ervan mag Brussel doodleuk belastingen gaan heffen in de lidstaten. Met andere woorden, Mark Rutte c.s. hebben hiervoor in 2019 goedkeuring gegeven, terwijl in het regeerakkoord van het kabinet Rutte 3 is opgenomen dat Nederland NIET akkoord kan gaan met de uitgifte van Eurobonds door Brussel.

Wat opvalt bij deze voorbeelden is, dat we hierover nooit iets horen van kritische journalisten of teruglezen in partijprogramma’s van politieke partijen. Zodra de verkiezingen achter de rug zijn, wordt er dankzij vele compromissen een coalitie gevormd en wordt de wil van de kiezer genegeerd.

Dat zie je nu ook weer terug in de formatieonderhandelingen en ik vrees dat het oude adagium weer van toepassing is: We dronken een glas, deden een plas en alles bleef zoals het was.

Hoelang gaat dit nog goed...

French Paulitz

Greenchoice

Quote

NOS politiek

e-Matching