NLMagazine Economie & Maatschappij – Als ingezetene van een land zijn er 2 zekerheden: Je gaat allemaal een keer dood en je moet gedurende je bestaan op aarde belasting betalen. Dat laatste weten we allemaal, alleen realiseren we ons niet hoever belasting betalen is doorgedrongen in ons dagelijks leven. Zonder dat je je daar echt bewust van bent, heeft bij iedere stap die je maakt of actie die je onderneemt belasting een rol gespeeld.
De geschiedenis van belasting
De eerste vormen van belastingen werden door de Romeinen geïntroduceerd, vooral voor het financieren van de vele oorlogen, maar ook voor de aanleg van openbare voorzieningen zoals wegen, waterleidingen en de inrichting van een democratisch systeem.
Toen in de middeleeuwen dorpen uitgroeiden tot steden, werd er ook accijns geheven op bier, zout en graan want in deze snelgroeiende leefgemeenschappen moesten bruggen, wegen, marktpleinen en allerlei openbare voorzieningen worden gebouwd. In de 16e en 17e eeuw groeide de handel en werden ook belastingen geïntroduceerd op de import en export van goederen. Vanaf 1795 gingen de Franse machthebbers over tot de centralisering van belastingheffingen en kwamen belastingambtenaren langs om belastingen te innen.
Belastingen in Nederland
In Nederland introduceerde de overheid in 1914 de inkomstenbelasting en pas in 1964 werd hier de loonbelasting aan toegevoegd. En hoewel 1969 best wel ver weg lijkt, bestaat BTW pas sinds dat jaartal. Saillant detail: dat begon met een laag tarief van 4% en een hoog tarief van 12% en dat ging stapsgewijs omhoog in 1976, 1989 en 2001 tot de 9% en 21% waar we nu mee te maken hebben.
Inmiddels zijn omzetbelasting en loonbelasting goed voor ongeveer 70% van alle overheidsinkomsten en zijn de totale collectieve lasten opgelopen tot bijna 50%. Met andere woorden: van alles wat we in Nederland met elkaar verdienen (Bruto Nationaal Product), gaat bijna 50% naar de minister van financiën. In Euro’s uitgedrukt is dat ongeveer € 337 miljard (begroting 2018).
Een uitgewerkt voorbeeld
Een literprijs Euro 95 is opgebouwd uit 21% grondstofkosten, ruim 45% accijns, 21% BTW en overhead (transport, opslag). In die accijns is het beroemde ‘kwartje van Kok’ verwerkt, in 1991 een tijdelijke accijnsverhoging. Het tijdelijke karakter van deze maatregel is natuurlijk een gotspe.
Een dag uit het leven van een belastingbetaler
De wekker (21% BTW) gaat af om 07.00 maar ik draai me nog een keer om. Het linnengoed (21% BTW) is net gewassen (wasmachine 21%) en de slaapkamer is net voorzien van nieuwe vloerbedekking (21% BTW). Oh ja, het bed waarin ik wakker word (21% BTW), heb ik een paar weken geleden nieuw aangeschaft.
Ik beweeg me naar het toilet en trek deze door (rioolheffingen) en ga naar de douche. Daar gebruik ik zeep (21% BTW) en water (waterschapsbelasting), poets aansluitend mijn tanden elektrisch (21% BTW) en scheer me met een elektrisch apparaat (21% BTW). Ik kleed me vervolgens aan (21% BTW), zet mijn computer aan (21% BTW) en loop naar beneden voor een ontbijt (9% BTW). De koffiemachine (21% BTW) loopt door en ik neem m’n koffie (9% BTW) mee naar boven. En tussendoor heb ik een horloge om mijn pols gedaan (21% BTW) en mijn koffertje gepakt (21% BTW) waarin mijn notities liggen van een gesprek dat ik gisteren had.
Dat gesprek vond plaats in Rotterdam waar ik met mijn auto naartoe ben gereden. Deze auto heb ik privé aangeschaft (21% BTW en BPM). De verzekering betaal ik jaarlijks (21% BTW) en de benzine (21% BTW, 45% accijns) kost ongeveer € 2 per liter. Ik krijg een kilometervergoeding, maar die is gemaximeerd en dekt de werkelijke kosten niet of nauwelijks. Het alternatief is natuurlijk een leasebak van de zaak, maar de waarde van die auto wordt opgeteld bij mijn inkomen en daar betaal ik natuurlijk weer belasting over.
Mijn telefoon (21% BTW) heeft een paar berichten en ik zet me aan mijn bureau (21% BTW). Omdat ik een document moet printen, zet ik de printer aan (21% BTW) en vervolgens vervang ik 2 inktcartridges (21% BTW). Een mail maakt me erop attent, dat ik een nieuw abonnement (21% BTW) kan afsluiten voor mijn mobiele telefoon en ik besluit dat te doen. Ik werk de ochtend thuis en de verwarming springt aan omdat het weer wat frisser begint te worden. De diverse heffingen op ons energieverbruik zijn opgelopen tot bijna 50%, onder andere veroorzaakt door de heffing ‘Opslag Duurzame Energie’ (ODE). Aan het einde van de ochtend pak ik mijn fiets (21% BTW) en haal broodjes en wat andere boodschappen (21% of 9% BTW). Onderweg haal ik een paar nieuwe onderdelen op voor mijn fiets (21% BTW) die ik komend weekeinde wil vervangen.
Aan het einde van de dag trek ik een flesje wijn open (21% BTW en accijns op alcohol) en bekijk enkele video’s via mijn internetprovider (21% BTW). Het grote TV-scherm (21% BTW) maakt het kijken aantrekkelijker dus ik besluit om eten (9% BTW) en een flesje rode wijn (21% BTW en accijns) thuis te laten brengen.
Het huis waarin ik woon bevat natuurlijk ook meubilair, de keuken is gevuld met potten en pannen, bestek en natuurlijk een oven, gasfornuis en koel-vries combinatie. Uiteraard is over al deze items 21% BTW betaald.
Deze lijst is natuurlijk niet volledig maar geeft wel een aardig beeld van de belastingdruk waar we allemaal mee te maken hebben; op alles hebben we belasting betaald.
Hoe ziet de toekomst eruit?
Zoals hierboven vermeld, zijn de collectieve lasten in Nederland opgelopen tot bijna 50% van ons Bruto Nationaal Product. De zorgkosten bedragen ruim € 100 miljard per jaar en groeien jaarlijks met 8% net zoals uitgaven voor justitie en veiligheid, de opvang van asielzoekers, het onderwijs en de woningmarkt. Door allerlei Coronasteunmaatregelen is onze staatschuld de € 500 miljard genaderd terwijl de klimaatmaatregelen onze samenleving de komende jaren honderden miljarden kosten.
De vraag is dan: Is dit een houdbare situatie? De energieprijs stijgt (mede dankzij sterk gestegen belastingen op energie), de komende maanden met honderden euro’s (en misschien wel ca € 1000 op jaarbasis) waardoor veel Nederlanders op andere uitgaven moeten bezuinigen. Voor modale inkomens is het onmogelijk om in de randstad de aankoop van een huis te financieren en veel jonge mensen blijven noodgedwongen in het ouderlijk huis wonen.
De maakbare samenleving is een kostbare zaak en de vraag dient zich aan, of we hierin niet te ver zijn doorgeslagen! We hebben de overheid verantwoordelijk gemaakt voor bijna alles wat er in onze, vooral westerse samenlevingen, gebeurt c.q. plaatsvindt.
Tijd voor een ‘Great Reset’ inderdaad, maar dan een reset van een veel te grote en machtige overheid. Terug naar kleinschaligheid in plaats van globalistische grootheidswaanzin en meer verantwoordelijkheid terugleggen bij burgers. Daarmee kan een veel te groot en kostbaar overheidsapparaat worden teruggebracht tot het aanbieden van de meest noodzakelijke voorzieningen zoals onderwijs en gezondheidszorg. Hoe wakker moeten we nog worden…
De geschiedenis heeft ons geleerd dat we zelf heel goed in staat zijn om een samenleving op te bouwen die er is voor haar bewoners en niet voor het dienen van de overheid.
French Paulitz