NLMagazine Economie & Maatschappij - Europa was eeuwenlang het decor van oorlogen die gevoerd werden vanwege grensgeschillen, religie of familievetes. Later, gedurende de periode van de industriële revolutie, werden oorlogen vooral gevoerd vanwege de enorme behoefte aan grondstoffen zoals kolen en staal waarmee stoommachines werden aangedreven en gebouwd. Maar denk daarbij ook aan de bouw van grote marineschepen en de uitrusting van militairen waarmee deze grondstoffen een strategische waarde kregen voor regeringen.
Kortom, wie de beschikking had over kolen en staal had een enorm strategisch voordeel. Een van de regio’s in Europa waar de overvloedige aanwezigheid van kolen en ijzererts vaak tot oorlog leidde, was het gebied waar de grens loopt tussen Frankrijk en Duitsland. Dat is een van de verklaringen waarom deze landen tussen 1750 en 1945 in meerdere bloedige oorlogen verwikkeld waren.
Hoe staat dat er nu voor?
Na de tweede wereldoorlog ontstond eindelijk het besef dat er een einde moest komen aan de decennialange oorlogsvoering tussen de aartsrivalen Duitsland en Frankrijk en daartoe werd in 1950 de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal opgericht met als deelnemers Italië, Frankrijk, Duitsland en de Benelux-landen. Deze samenwerking leidde in 1967 tot de oprichting van de EEG en bestaat tegenwoordig uit 27 lidstaten: de Europese Unie.
Sindsdien heeft er in Europa geen oorlog meer plaatsgevonden, is staal makkelijk verkrijgbaar en zijn kolen in veel gevallen vervangen door gas. Dat hebben we in Nederland vooral te danken aan de gigantische gasvoorraad die aan het eind van de jaren 50 door de N.A.M. werd gevonden (50%-50% eigendom van Shell en Exxon). Inmiddels is er voor een geschat bedrag van € 400 miljard aan gas in Nederland verbruikt en naar andere landen geëxporteerd.
De Gasunie (eigendom van de Nederlandse Staat) heeft sinds de jaren 60 van de vorige eeuw 15.000 kilometer aan gasleidingen aangelegd waarmee al dat gas onze huishoudens bereikt en kan worden geëxporteerd. Inmiddels is duidelijk dat de gaskraan dicht moet en zijn we begonnen met de import van gas uit Rusland.
De gaskraan dicht - Wat betekent dat?
In 2001 importeerde Nederland al het eerste gas uit Rusland, de basis voor deze samenwerking werd in 1996 gelegd. Je zou kunnen zeggen dat de Gasunie beschikte over een vooruitziende blik want men wist toen al dat onze gasvoorraad eindig was. Deze periode werd tevens gebruikt om de Nordstream 1 pijplijn aan te leggen, de gasleiding die vanaf 2011 vanuit Rusland, via Duitsland, de gasrotonde bereikt die eigendom is van de Gasunie. Interessant is dat de Gasunie mede-eigenaar is (10%) van deze pijpleiding en daaraan € 1.8 miljard bijdroeg.
Overigens zijn in de havens van Rotterdam ook terminals aangelegd voor de ontvangst van schepen die vloeibaar gas vervoeren en had de Gasunie in 2001 al plannen om de gasvelden in Groningen in te zetten als voorraadkamers voor de opslag van het geïmporteerde gas uit Rusland. Het voert te ver om hier gedetailleerd uit te leggen, maar de structuur van de Groningse gasvelden is uitermate geschikt voor een dergelijke opslagfunctie; vanwege de bestaande pijpleidingen naar Duitsland zou de Gasunie ook prima gas kunnen distribueren.
Kortom, alle noodzakelijke ingrediënten zijn aanwezig om het uit Rusland geïmporteerde gas op te slaan en vervolgens naar onze huishoudens te distribueren. En vanwege de 'rotonde’-functie van de Gasunie in Groningen, kan het gas dus ook naar andere landen worden doorgestuurd. Vergeet niet dat er 15.000 kilometer aan pijpleidingen is aangelegd.
De grote vraag is dan: Waarom wil Nederland, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Duitsland, van het gas af? We beschikken over een moderne infrastructuur, efficiënte energiecentrales (minimale CO2 uitstoot) en de Gasunie (staatsbedrijf) heeft € 1,8 miljard geïnvesteerd in Nordstream 1. En de aanleg van een tweede gaspijplijn, Nordstream 2, die nog meer Russisch gas gaat aanvoeren, verkeert in een afrondende fase.
Bovendien is inmiddels duidelijk dat de eerste experimenten in meerdere gemeenten met de afsluiting van het gas en ingebruikname van stadsverwarming of de installatie van warmtepompen bij particulieren, (nog) niet hebben geleid tot juichende deelnemers. De kosten zijn veelal hoger dan van tevoren ingeschat (waar hebben we dat eerder gehoord) en de efficiëntie van stadsverwarming en de herrie van warmtepompen leiden tot grote bezwaren.
Wellicht is een verwijzing naar het Biomassa-drama van toepassing; overheid, bezint eer ge begint. Laten we wat zorgvuldiger kijken naar de kosten en baten van klimaatinitiatieven voordat we van het gas af gaan.
French Paulitz