NLMagazizne Economie & Duurzaamheid - Hoe groot de verwachte werkloosheidsgolf veroorzaakt door de coronacrisis precies wordt, valt nog te bezien, maar de regionale mobiliteitsteams zijn er klaar voor. Zij gaan er nu voor zorgen dat de mensen die door de crisis hun werk verloren, zo snel als mogelijk aan de slag komen in sectoren waar de vraag om mensen juist groot is. In de 35 arbeidsmarktregio’s zijn ‘Regionale mobiliteitsteams’ (RMT’s) opgetuigd.
Hiermee slaan onder andere UWV, uitzenders, gemeenten, opleiders en sociale partners de handen ineen. Op die manier vormen de teams het cement tussen alle relevante arbeidsmarktpartijen.
Team Rijnmond reeds paraat
Een deel van de RMT’s is nog bezig met de laatste voorbereidingen, maar het team van Rijnmond staat al paraat. Dat is te danken aan een ander ‘crisisinitiatief’: Rijnmond Werkt Door. Vrij snel nadat de coronacrisis vorig jaar losbarstte, sloegen diverse arbeidsmarktpartijen de handen ineen. Ton van der Leck, manager WSP Rijnmond en Rijnmond Werkt Door: “Wij willen bedrijven in de regio helpen het hoofd boven water te houden. Ons doel is om werkgevers in krimp- en groeisectoren met elkaar te verbinden. Zo kunnen zij werknemers snel van-werk-naar-werk helpen in sectoren waar door de coronacrisis veel verschuivingen zijn en voorkómen dat mensen werkloos raken.” Doelstelling die raken aan dat van het RMT: “Met Rijnmond Werkt Door hebben we een mooie basis gelegd om nu een vliegende start te maken met ons regionale mobiliteitsteam. We zijn complementair. Waar Rijnmond Werk Door focust op werkgevers, richt het mobiliteitsteam zich op werkenden.”
Radartjes smeren
De verwachte grote golf aan werklozen laat ondertussen nog op zich wachten. Het geeft de partijen binnen de RMT’s de gelegenheid de organisatiestructuur te verfijnen en elkaar beter te leren kennen. Geen overbodige luxe, met zo’n veelheid aan uiteenlopende samenwerkingspartners. Naast de ususal suspects als gemeenten, UWV en uitzenders, sluiten in de RMT’s nu ook sociale partners en (regionale) opleiders aan. Ook Rijnmond Werkt door kent zo’n volle overlegtafel, waaraan liefst vijf uitzenders, álle regionale gemeenten en vertegenwoordigers van UWV, WSP Rijnmond, VNO-NCW, MKB-Nederland, opleiders en vakbonden plaats hebben.
Dat zijn heel veel partijen, vaak ook met een ander DNA bovendien. Rijnmond lijkt hier weinig last van te hebben. Van der Leck: “Wat scheelt, is dat wij al heel goed samenwerkten met een aantal van deze partijen in de regio. Er bestond al een ecosysteem voor publiek-private samenwerking. Voor Rijnmond Werkt Door zijn ook nieuwe partners aangesloten, zoals NRTO, SBB, CNV en FNV. Nood breekt wetten. De radertjes die wat stroef liepen, hebben we inmiddels gesmeerd.”
Denken en doen
Van der Leck ziet ook de Rotterdamse hands-on-mentaliteit als succesfactor: “Denken en doen gaan hier hand in hand. Maar wat in Rijnmond werkt, hoeft in Amsterdam niet te werken. Neem alleen al de omvang van een regio. Als je in de regio een avondje bij een voetbalwedstrijd zit, heb je iedereen gesproken. Hier lukt dat niet. Wat wel werkt, is goed gebruikmaken van elkaars kracht en techniek. En openheid. Bij ons zitten uitzenders en vakbonden samen aan tafel. Als er tegenstrijdige belangen zijn, moet je die uitspreken.”
Voorschot op nieuwe arbeidsmarktstructuur
De bestaande publiek-private samenwerkingen vormen dus een goede basis voor de RMT’s, maar andersom geldt ook dat de werkwijze en organisatiestructuur van de regionale mobiliteitsteams een enorme impuls geven aan publiek-private samenwerking van de diverse arbeidsmarktpartijen. Sterker: met hun werkwijze nemen deze teams een voorschot op een nieuwe arbeidsmarktstructuur. Van der Leck: “Corona is ellendig, maar de crisis heeft ook positieve kanten. Kijk naar het rapport van de commissie-Borstlap. Dat beschrijft de imperfecties van de arbeidsmarkt, geeft oplossingen en schetst een vergezicht aan de horizon. Door de crisis komt dat vergezicht versneld dichterbij. Borstlap pleit voor betere samenwerking in de keten, ontschotting, meer aandacht voor een leven lang leren, een grotere rol voor de sociale partners en betere van-werk-naar-werktrajecten. Stuk voor stuk zaken waar nu veel aandacht voor is. Door corona zijn we ineens een stuk dichter bij die horizon gekomen.”
Bron: Abu