Cultuur Uitgaan Entertainment Media Lifestyle
Typography

Rotterdam, jaren '70 - NLMagazine - Erfgoed, stadsherstel, landgoederen en groene gebieden - De Samenwerkingsorganisatie Monumenteneigenaren (SOM), voorheen de Landelijke Federatie Het Behouden Huis, werd vijftig jaar geleden opgericht in een tijd dat de zorg voor gebouwen met monumentale waarde hoogtijdagen beleefde.

Behoud historisch erfgoed

Natuurlijk was er ook al in het begin van de twintigste eeuw belangstelling voor het gebouwde erfgoed, met name in historische binnensteden. Veelal plaatselijke maar ook landelijke organisaties als de Bond Heemschut en de Vereniging Hendrick de Keyser, zagen het licht. Die hadden allemaal hetzelfde doel: voor Nederland in historisch of architectonisch opzicht belangrijke oude gebouwen of stadsdelen te behouden. Toch werden in die periode nog maar weinig gebouwen daadwerkelijk gerestaureerd.

Dat veranderde toen na de Tweede Wereldoorlog de dreiging dat monumenten en stadsgezichten verloren zouden gaan, toenam. Moderne stedenbouwkundige theorieën verkondigden de scheiding van wonen en werken: nieuwe woonwijken zouden verrijzen rondom oude stadscentra waar voornamelijk gewinkeld en gewerkt werd, en waar ten behoeve van de bereikbaarheid de auto ruim baan zou krijgen. Hele stukken oude stad, toch al slecht onderhouden en in sommige gevallen verkrot, kwamen op de nominatie te worden gesloopt.

Zonder subsidie geen restauratie

Veel van de stadsherstel- en monumentenorganisaties van nu zagen toen, vanaf eind jaren zestig, het licht, in verzet tegen al te rigoureuze sloopplannen. Als dat verzet succesvol was, en dat was het met de toenemende waardering voor architectonisch en historisch erfgoed steeds vaker, dan was het ook de bedoeling dat die organisaties het woord bij de daad voegden om verder verval te voorkomen. Dat was nieuw: niet alleen ijveren voor behoud, maar daar zelf uitvoering aangeven door panden op te kopen en op te knappen. Handen uit de mouwen.

Financiële middelen

Daar was geld voor nodig, veel geld. Restaurerende instellingen zochten altijd naar de best passende juridische vorm. Dat kon een vereniging of een stichting zijn met donateurs, of een non-profit N.V. (later ook non-profit B.V.), waarbij eventueel dividend niet – of beperkt – wordt uitgekeerd aan de aandeelhouders maar wordt aangewend voor de maatschappelijke doelstelling: het restaureren, onderhouden en zo nodig herbestemmen van monumenten.

Overheidssubsidie

Dan nog was er bijna altijd subsidie nodig van de overheid. Zonder bijdragen van het Rijk, de provincie en/of gemeenten zouden veel restauratieprojecten nooit zijn gerealiseerd. Geschat wordt dat destijds, in de jaren zeventig, ongeveer de helft van de investeringen in restauratie door subsidies werd opgebracht. Wat er bij de toenmalige Rijksdienst voor de Monumentenzorg werd bedacht, was in hoge mate bepalend voor wat er in monumentenland gebeurde.

Behoefte aan overkoepeling

Met overeenkomende belangen op juridisch en fiscaal gebied en met het oog op de contacten met de Rijksoverheid, lag het in de lijn der verwachtingen dat er bij de lokale Stadsherstellen behoefte zou ontstaan aan een overkoepelende organisatie. Die kwam er ook, in 1974: de Landelijke Federatie Het Behouden Huis. Een toen nog toepasselijke naam omdat de grote meerderheid van de in die tijd gerestaureerde panden woonhuizen waren.

Collectieve belangenbehartiging werd des te belangrijker naarmate de overheid zich terugtrok uit de zorg voor monumenten. Dat gebeurde vanaf de jaren tachtig in toenemende mate door subsidieregelingen te versoberen. Restaurerende organisaties werden meer en meer afhankelijk van de kapitaalmarkt. Dat deed niets af aan de noodzaak om samen een vuist te maken richting de overheid. Specifiek op de sector toegesneden financiële en fiscale constructies moesten altijd een stempel van goedkeuring krijgen. Ook was er voortdurend waakzaamheid geboden voor (soms onbedoelde) gevolgen voor de monumentenzorg bij wijzigingen in wet- en regelgeving op het gebied van bouwen en wonen.

Van Behouden Huis naar SOM

In de loop der jaren heeft de zorg voor monumenten zich verbreed. Lag de focus aanvankelijk vooral op woningen, later is er meer oog gekomen voor religieus en industrieel erfgoed. Ook aan sommige naoorlogse architectuur (post 65) wordt, hoewel relatief jong, monumentale waarde toegekend. Deze verbreding was in 2022 een van de redenen om de naam van de vereniging Het Behouden Huis te veranderen in Samenwerkingsorganisatie Monumenteneigenaren, Koepel voor Stadsherstellen en Monumentenbeheerders.

Belangenbehartiging voor de leden blijft een primaire taak van de SOM, maar de nieuwe naam wil ook uitdrukken dat monumenteneigenaren de samenwerking opzoeken, zowel onderling – voor de uitwisseling van kennis en ervaringen – als extern. De SOM en haar leden bewegen zich in een bredere erfgoedsector waarin verschillende partijen soms overeenkomstige, soms tegenstrijdige belangen hebben. Zelf is de SOM weer aangesloten bij de Federatie Instandhouding Monumenten, de brancheorganisatie van particuliere monumentenorganisaties in Nederland.

Een belangrijke doelstelling is daarnaast om monumenten beter toegankelijk te maken voor publiek. De zorg voor erfgoed kan niet zonder draagvlak in de maatschappij. Zoals de geschiedenis van de SOM en zijn leden uitwijst, begint het behoud bij betrokkenheid bij en liefde voor monumenten.

Meer over de lokale Stadsherstellen in Zutphen en Gorinchem lees je hier.

Bron: Erfgoedstem

Quote

Uitgaan nu.nl

27 april 2024

Het laatste nieuws het eerst op NU.nl

e-Matching