Max Beckmann, Badhokje (groen), 1928, 70,6 x 85,7 cm, olieverf op doek, Bayerischen Staatsgemäldesammlungen, Pinakothek der Moderne, München. - NLMagazine/Den Haag, Kunst & Cultuur - In 1928 maakt de schilder Max Beckmann met zijn vrouw Mathilde von Kaulbach een reis naar Scheveningen, op steenworp afstand van waar nu Kunstmuseum Den Haag gevestigd is.
Scheveningen staat dan bekend als 'parel aan de Noordzee' en trekt badgasten uit alle windstreken aan. Max en Mathilde houden van het strand, van het zwemmen. Naast ontspanning is de zee voor de schilder ook een symbool voor eeuwigheid: de onmetelijke diepte van de zee en de oneindigheid van de horizon zijn tekens van onbegrensde ruimte.
In de tentoonstelling Universum Max Beckmann staat de vraag centraal hoe Max Beckmann (1884 – 1950) vorm geeft aan de verbeelding van de ruimte. Experts zijn het met elkaar eens: de wijze waarop Beckmann de drie dimensies van hoogte, breedte en diepte vertaalt naar het tweedimensionale doek is een unieke bijdrage aan de moderne, West-Europese kunst. Dankzij dit bijzondere thema – niet eerder centraal in een tentoonstelling behandeld – hebben musea in Nederland, Duitsland, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten zich bereid getoond om geliefde topstukken beschikbaar te stellen.
Zo is ook een serie strandgezichten samengebracht voor deze tentoonstelling. In deze werken experimenteert Beckmann nadrukkelijk met het begrenzen van de ruimte binnen de kaders van het beeldvlak. Steeds biedt hij een blik vanuit het veilige binnen naar het angstaanjagende buiten.
Max Beckmann, Baders met groene kleedcabine en schippers met rode broek, 1934, 80 x 60 cm, olieverf op doek, Kunstmuseum Den Haag, aangekocht met financiële steun van Vereniging Rembrandt, Mondriaan Fonds, VriendenLoterij, Fonds Kunstmuseum en Mondriaan Business Club.
Het Kunstmuseum verwierf in 2021 het schilderij Baders met groene kleedcabine en schippers met rode broek, dat Beckmann in 1934 maakt na een bezoek aan de kustplaats Zandvoort. In plaats van een liggend formaat – zo gebruikelijk voor een landschap – kiest hij voor een staande compositie. De diagonale vlakken waarin het beeld is verdeeld, alsook de hoge en scheve horizon, suggereren een gekanteld perspectief, met een desoriënterend en vervreemdend effect op de toeschouwer: wij zien de scène van bovenaf, terwijl de zee boven ons uittorent. Een voor Beckmann kenmerkende dramatische compositie.
Max Beckmann in Nederland
Nederland speelt een belangrijke rol in het leven en werk van de in Duitsland geboren Max Beckmann. Wanneer hij op 18 juli 1937 de radiotoespraak hoort waarin Adolf Hitler zijn ideaal van goede Duitse kunst presenteert en moderne, vooruitstrevende schilders min of meer vogelvrij verklaart, trekt hij zijn conclusies. Een dag later verlaat hij Duitsland, om er nooit meer terug te keren.
Met Mathilde vindt hij onderdak in Amsterdam. In een klein appartement mét atelier, aan het Rokin 85, brengt hij tien zeer productieve jaren door. In Nederland maakt hij meer dan 200 schilderijen, waaronder veel werken die nu tot de hoogtepunten van zijn oeuvre gerekend kunnen worden. Korte notities in zijn dagboeken duiden op een overweldigende werklust, zelfs in moeilijke tijden. Stadsgezichten van Amsterdam, het Nederlandse landschap en de door Beckmann geliefde Hollandse kust zijn terugkerende motieven. Ook komen zes van zijn negen triptieken hier tot stand. De kunst van Max Beckmann kan daarom als een belangrijk onderdeel van de moderne kunst in Nederland worden gezien.
Max Beckmann en het Kunstmuseum
Beckmanns eigenzinnige expressionisme, geworteld in de figuratieve schilderkunst maar met een persoonlijke spirituele blik, sluit uitstekend aan bij de zwaartepunten van de collectie van het Kunstmuseum. Kunstmuseum Den Haag – toen nog Museum voor Moderne Kunst genoemd – is er in de jaren 1920 al vroeg bij wanneer het een aantal lithografieën van Max Beckmann verwerft. Het is dan ook niet toevallig dat hier in 1956 een groot retrospectief van de kunstenaar is te zien.
In datzelfde jaar verwerft het Kunstmuseum het olieverfschilderij Klein café, draaideur (1944). Wanneer daar in 2021 met Baders met groene kleedcabine en schippers met rode broek (1934) een tweede doek aan wordt toegevoegd, is dat een aanwinst voor de collectie van het Kunstmuseum én de Collectie Nederland. Deze aankoop vormt tevens een vitale impuls voor de tentoonstelling en publicatie Universum Max Beckmann.
Catalogus
Bij de tentoonstelling verschijnt een rijk geïllustreerde catalogus met bijdragen van Daniel Koep (Hoofd Tentoonstellingen, Kunstmuseum Den Haag), Thijs de Raedt (Conservator, Kunstmuseum Den Haag), Oliver Kase (Hoofd Moderne Kunst, Pinakothek München), Vera de Lange (Filmhistorica) en Sabine Verbree (conservator in opleiding, Kunstmuseum Den Haag). De catalogus wordt uitgegeven door Waanders Uitgeverij.
Meer informatie
Kunstmuseum Den Haag
Stadhouderslaan 41
2517 HV Den Haag