NLMagazine/Wetenschap - De meeste onderzoekers die in Nederland actief zijn, blijven hier werken of keren na een periode in het buitenland weer terug. Dat blijkt uit het rapport Honkvast, uit of homerun van het Rathenau Instituut, dat vandaag is gepubliceerd.
Uit het onderzoek blijkt dat tussen 2008 en 2023 slechts 14 procent van de wetenschappers Nederland heeft verlaten. Van deze groep kwam ongeveer een kwart na verloop van tijd weer terug om hun loopbaan hier voort te zetten.
Meer instroom dan uitstroom
Nederland blijkt bovendien aantrekkelijk voor buitenlandse onderzoekers. In dezelfde periode kwamen er 11 procent méér wetenschappers naar ons land dan er vertrokken. Vooral in de technische disciplines is dat verschil opvallend groot: daar ligt het instroomoverschot rond de 40 procent.
Belangrijke landen voor deze internationale uitwisseling zijn de Verenigde Staten, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Vanuit landen met snelgroeiende kenniseconomieën, zoals China, komt bovendien meer wetenschappelijk talent naar Nederland dan er heen vertrekt.
Geen hersenvlucht zichtbaar
Volgens het Rathenau Instituut is de kwaliteit van de binnenkomende en vertrekkende wetenschappers in evenwicht. Er is dus geen sprake van een zogenoemde ‘brain drain’, waarbij toponderzoekers vertrekken en minder ervaren krachten terugkomen.
Ook blijkt er vooralsnog geen directe invloed van recente beleidsontwikkelingen zoals het bredere erkennen en waarderen van wetenschappers of de beweging richting open science. Hoewel sommigen vreesden dat die veranderingen de aantrekkelijkheid van Nederland als kennisland zouden verminderen, is daar volgens het instituut nog geen bewijs voor.
Wel benadrukt het Rathenau Instituut dat het te vroeg is om conclusies te trekken over de gevolgen van nieuwere ontwikkelingen, zoals de bezuinigingen van het kabinet Schoof, de Wet internationalisering in balans en recente geopolitieke spanningen.
Workshops en verdere dialoog
Om het gesprek over internationale mobiliteit in de wetenschap levend te houden, organiseert het Rathenau Instituut de komende tijd diverse bijeenkomsten. “We willen samen met universiteiten en beleidsmakers kijken hoe zij omgaan met de veranderende kennisdynamiek,” zegt directeur Eefje Cuppen. “Zo blijven we ontwikkelingen volgen, delen we inzichten en stimuleren we het debat.”
Onderzoeksmethode
Het onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Voor de analyse maakte het Rathenau Instituut gebruik van openbare adresgegevens die onderzoekers bij hun wetenschappelijke publicaties vermelden.
In samenwerking met het Centrum voor Wetenschaps- en Technologiestudies van de Universiteit Leiden werd zo een profiel opgesteld van elke wetenschapper die tussen 2008 en 2023 minstens één jaar vanuit een Nederlandse instelling publiceerde. Uiteindelijk bleven zo’n 62.000 actieve onderzoekers over in de dataset.
Het instituut benadrukt dat het rapport een overzicht biedt op nationaal niveau; binnen specifieke vakgebieden kunnen de cijfers sterker fluctueren.
Over het Rathenau Instituut
Het Rathenau Instituut onderzoekt al bijna veertig jaar de wisselwerking tussen wetenschap, technologie en samenleving. Met rapporten, dialogen en analyses draagt het bij aan een beter begrip van hoe kennis en innovatie onze maatschappij vormgeven.
Jos de Jong
Bron: Persportaal










